R2A 11-9-2023

R2A               11-9-2023
Inspraak/Uitspraak

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsHBOStudiejaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

R2A               11-9-2023
Inspraak/Uitspraak

Slide 1 - Tekstslide

In mijn les:
- Jas aan de kapstok
- Geen kauwgom/drinken/eten
- Telefoon in telefoontas
- Niet door elkaar heen praten

Slide 2 - Tekstslide

Lettergreep:


Voetbal - Voet/bal

Jullie namen

Slide 3 - Tekstslide

Verdeel de woorden in lettergrepen:

  • baan
  • bedrag
  • centimeter
  • korting
  • boerderij
  • experiment


Slide 4 - Tekstslide

Dobbelsteen
Hoeveel wordt er met de dobbelsteen gegooid? Kan jij een woord maken met zoveel lettergrepen?
...............
................
.................

Slide 5 - Tekstslide

Klemtoon:
Als een woord meer lettergrepen heeft, spreken we de
        lettergrepen niet allemaal hetzelfde uit. 1 lettergreep krijgt
        klemtoon. Dat betekent dat we de lettergreep hoger, langer en
        harder uitspreken. Na de lettergreep met klemtoon laten we een
        korte pauze horen.

           Voorbeeld: voet-bal

           De lettergreep met een streep eronder krijgt klemtoon.  
(bv MUStafa, musTAfa, mustaFA)


Slide 6 - Tekstslide

Nu jullie:
Luister goed en schrijf op:
Klemtoon op eerste lettergreep
Klemtoon op 2de lettergreep
Klemtoon op 3de lettergreep
----------------
----------------
----------------
----------------

enz. 

Slide 7 - Tekstslide

Disk woordenlijst
Klemtoon op eerste lettergreep
Klemtoon op 2de lettergreep
Klemtoon op 3de lettergreep
----------------
----------------
----------------
----------------

enz. 

Slide 8 - Tekstslide

Regels bij klemtoon:
REGEL    1:

 Een lettergreep met een schwa heeft NOOIT klemtoon.

Voorvoegsels: ge-, be-, ver- (gebruiken, bewaren, verhuizen)
Achtervoegsels: -ig, -lijk, -en, -er, e-, el 

Slide 9 - Tekstslide

Regels bij klemtoon:
REGEL 2: 
De klemtoon valt op de laatste lettergreep als de laatste lettergreep de volgende klinkers heeft:

- Tweeklank (ui, ei, oe, ij, au): lakei, paradijs, kajuit
- Een lange klinker in een gesloten lettergreep:
symbool, idioot, asiel, banaan 

Slide 10 - Tekstslide

Regels bij klemtoon:
REGEL 3:

 In een samenstelling komt de klemtoon meestal op het eerste deel. Het eerste woord behoudt wel de eigen klemtoon:

spoor-weg, tafel-poot, parkeer-plaats

Slide 11 - Tekstslide

Regels bij klemtoon:

REGEL 4:

 Bij scheidbare werkwoorden met een voorzetsel, ligt de klemtoon op de eerste lettergreep

opbellen, afmaken, voorbereiden 




Slide 12 - Tekstslide

Nu jullie:
  • bakker 
  • brommer
  • heerlijk
  • nazeggen
  • werken
  • bepalen
  • verdienen  

Slide 13 - Tekstslide

Volgende keer:
Maak de volgende oefeningen bij DISK.

 

Klik op: 'uitspraak' en kies (woordaccent).

Maak de oefeningen.  

Slide 14 - Tekstslide