§2.2 Arbeidsproductiviteit

Arbeidsproductiviteit
§2.2
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Arbeidsproductiviteit
§2.2

Slide 1 - Tekstslide

Mededeling 
Praktische opdracht:
  • Opdracht
  • Zelfevaluatie
  • Beoordelingsformulier
  • Keuzeuur economie = huiswerk eco + PO
  • Inleverdatum 28-10-2021 (4 weken)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je over arbeidsverdeling?

Slide 5 - Open vraag

Arbeidsverdeling
  • Taken worden verdeeld binnen: gezin, gezin en bedrijven, bedrijven, bedrijven en bedrijven, gezinnen/bedrijven/overheid
  • Voordelen: ,Specialisatie zorgt voor snellere en goedkopere productie, betere kwaliteit, meer welvaart
  • Nadelen: eentonig werk, niet betrokken bij het eindproduct

Slide 6 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit
Arbeidsproductiviteit = het aantal ... dat een werknemer per minuut/uur/dag/week enz. doet

  • Messi scoort 35 doelpunten in een seizoen
  • Jij maakt 7 opdrachten per economieles 
  • De bakker bakt met 4 personen 200 broden per dag. Arbeidsproductiviteit = 50 broden per persoon per dag. 

Slide 7 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit per persoon berekenen
Totale productie : aantal werknemers
Voorbeeld: In een fabriek worden 6000 spijkerbroeken gemaakt door 30 werknemers.
  • Bereken de arbeidsproductiviteit per werknemer
 6000 : 30 = 200 spijkerbroeken per werknemer




Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 
Maak opdracht 2 en 9    blz.46
Overleggen en vragen stellen is toegestaan
Tijd: 8 minuten
Klaar: Ga verder met de rekentrainer van H1
Resultaat: klassikaal bespreken 

timer
8:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Arbeidsproductiviteit per uur berekenen
Voorbeeld:
Bouwbedrijf Zeegers heeft 400 m2 stucwerk verricht. Het bedrijf heeft daar 25 uren over gedaan. 

  • Bereken hoeveel stucwerk het bedrijf verricht per uur.

25 uren = 400 m2
1 uur = ...

400 : 25 = 16 m2


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 
Maak opdracht 3 en 4    blz.46
Overleggen en vragen stellen is toegestaan
Tijd: 10 minuten
Klaar: Ga verder met de rekentrainer van H1
Resultaat: klassikaal bespreken 

timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

30 seconds
3 groepen

Slide 14 - Tekstslide

Arbeidsjaren
1,0 arbeidsjaar (fte) betekent: 1 iemand werkt 36 of 40 uur per week

Voorbeeld:
In een bakkerij werken 4 mensen. 2 daarvan werken full-time en de andere 2 werken een halve week (0,5 fte).

In totaal worden door de werknemers 3 arbeidsjaren opgevuld.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Arbeidsjaren
Voorbeeld:
Stel dat een bakkerij 500 broden per week maakt. Er zijn 8 medewerkers waarvan 4 medewerkers 0,6 fte werken. Een volledige werkweek bestaat uit 36 uur (5 dagen).

Hoeveel is de arbeidsproductiviteit per gewerkt uur?
1) 4 medewerkers werken 36 uur = 4 x 36 = 144 uur
2) 4 medewerkers werken (0,6 x 36) 21,6 uur = 4 x 21,6 = 86,4 uur
3) totaal gewerkte uren = 230,40 uur
4) 500 broden in 230 uur = 500 : 230 = 2,17 broden per uur

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdracht 7, 8, 11 en 12    blz.46
Overleggen en vragen stellen is toegestaan
Tijd: 15 minuten
Klaar: Ga verder met rekentrainer H1 en examentrainer
Resultaat: klassikaal bespreken 

timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide