BS 2: Chromosomen en genen

Welkom!
Telefoon in de telefoontas/rugzak
Ga op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 115
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Telefoon in de telefoontas/rugzak
Ga op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 115

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg BS 2
  • Oefenen met BS 2
  • Huiswerk
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het genotype? En wat het fenotype?

Slide 4 - Open vraag

BS 2: Chromosomen en genen

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
  • Je kunt uitleggen dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen.

Slide 6 - Tekstslide

Paren
23 chromosomen paren
- 46 chromosomen totaal.

Chromosomen in een paar:
- bestaan uit dezelfde genen

Bijv: paar 15 heeft de genen voor oogkleur. Één van de moeder, één van de vader.

Slide 7 - Tekstslide

Verschillende informatie
De genen voor eigenschappen hebben kleuren (in deze afbeelding).
  • Sommige genen van vader en moeder zijn hetzelfde.
  • Sommige genen verschillen per chromosomen.

Slide 8 - Tekstslide

Genotype en fenotype
De informatie van genen op een chromosoom kunnen verschillen.

Welke eigenschap tot uiting komt, hangt af van het sterkste gen.

b = gen voor blauwe ogen
B = gen voor bruine ogen

Slide 9 - Tekstslide

Geslacht
22 ''normale'' chromosmenparen.

Paar 23 zijn de geslachtschromosomen.

Vrouw = XX
Man = XY
Intersekse = XXX /XXY / XYY

Slide 10 - Tekstslide

Bevruchting
Bevruchting gebeurt met een zaadcel en een eicel: de geslachtscellen

Deze geslachtscellen hebben geen chromosomenparen. De chromosomen zijn enkelvoudig.
- 23 chromosomen

23 + 23= 46 chromosomen 

Slide 11 - Tekstslide

Bevruchting
Het geslachtschromosoom in de eicel is altijd X

Het geslachtschromosoom in zaadcellen kan X of Y zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen met de leerdoelen!

Slide 14 - Tekstslide

Welke geslachtschromosomen kunnen niet voorkomen
A
Man
B
Vrouw

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen geslachtscellen en lichaamscellen?

Slide 16 - Open vraag

Huiswerk
Maak van 5.2 opdracht 1 t/m 9 (blz. 118)

Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.

Klaar? Kijk je huiswerk na, flitskaarten, test jezelf,
Biologiepagina, lees de basisstof nog eens

Slide 17 - Tekstslide