Kapitel 1 Übungstest
1 / 24
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vertaal: wie
Slide 2 - Open vraag
Vertaal: wonen
Slide 3 - Open vraag
Vertaal: zestien
Slide 4 - Open vraag
Vertaal: het adres
Slide 5 - Open vraag
Vertaal: Oostenrijk
Slide 6 - Open vraag
Vertaal: de telefoonnummers
Slide 7 - Open vraag
Vertaal: het e-mailadres
Slide 8 - Open vraag
Vertaal: zeventien
Slide 9 - Open vraag
Welk vraagwoord past? ... kommst du? - Ich komme aus Deutschland.
Slide 10 - Open vraag
Welk vraagwoord? ... ist das? - Das ist meine Mutter.
Slide 11 - Open vraag
Übersetze ins Niederländische.
schon
schon
Slide 12 - Open vraag
Übersetze ins Niederländische.
groß
groß
Slide 13 - Open vraag
Übersetze ins Niederländische.
Das gefällt mir.
Das gefällt mir.
Slide 14 - Open vraag
Übersetze ins Niederländische.
schön
schön
Slide 15 - Open vraag
sein: ihr
A
sind
B
seit
C
seid
D
ist
Slide 16 - Quizvraag
du (sein)
A
seist
B
sein
C
bin
D
bist
Slide 17 - Quizvraag
sein: Sie
A
seid
B
ist
C
sind
Slide 18 - Quizvraag
sein
er ...
er ...
A
bist
B
ist
C
seid
D
sind
Slide 19 - Quizvraag
Peter (sein) der beste in seiner Tanzgruppe
Slide 20 - Open vraag
hij is
.. ... morgen in der Schule.
.. ... morgen in der Schule.
Slide 21 - Open vraag
Wie alt (zijn jullie) ... ...?
Slide 22 - Open vraag
Wie spät (is het) ... ...?
Slide 23 - Open vraag
Welk cijfer haal je?
