Thema 3: Effectoren: klieren

Soorten klieren
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Soorten klieren

Slide 1 - Tekstslide

Welke klieren kennen jullie al?

Slide 2 - Woordweb

Indeling klieren

Effector:
  • Klieren

Reactie:
  • Kliersap

Slide 3 - Tekstslide

Indeling klieren

Slide 4 - Tekstslide

4.1 Exocriene en endocriene klier
EXOcriene klier:

  • 'Exo' = buiten
  • Produceren kliersap dat wordt afgegeven aan het uitwendig of extern milieu.
  • Extern = buiten het lichaam + lichaamsholten rechtstreeks in contact met lichaamsoppervlak




Slide 5 - Tekstslide

4.1 Exocriene en endocriene klier
EXOcriene klier:


Voorbeelden
traanklier, speekselklier, melkklier, talgklier, zweetklier, darmwandklieren, lever, ..

Slide 6 - Tekstslide

4.1 Exocriene en endocriene klier
ENDOcriene klier:

  • 'Endo' = binnen
  • Klieren die kliersap in het bloed afgegeven en dus aan het inwendig milieu.
  • Product van endocriene klieren: hormonen
  • Synoniem = hormoonklieren



Slide 7 - Tekstslide

4.1 Exocriene en endocriene klier
ENDOcriene klier:


Voorbeelden
Schildklier, bijnier, epifyse, hypofyse en hypothalamus


Slide 8 - Tekstslide

4.1 Exocriene en endocriene klier
Uitzonderingen

Sommige zijn zowel endocrien als exocrien
= gemengde klieren
=endo-exocriene klieren

Voorbeelden: alvleesklier, eierstokken en teelballen


Slide 9 - Tekstslide

Indeling klieren

Slide 10 - Tekstslide

4.1 Secretie en excretie

Slide 11 - Tekstslide

4.1 Secretie en excretie
Secretie:
  • Afscheiden van nuttige stoffen
  • Vb: traanklier, speekselklier, prostaatklier


Excretie of uitscheiding
  • Kliersap niet 'nuttig', afvalstoffen
  • Vb: Zweetklieren

Slide 12 - Tekstslide

4.2 Bouw en werking van exocriene klieren
Algemeen:

1) Aan- of afwezigheid van een afvoerbuisje
2) Haarvaten
3) Spiercellen


Slide 13 - Tekstslide

4.2 Bouw en werking van exocriene klieren
1) Afvoerbuisje: voor de afvoer van het kliersap


2) Haarvaten: errond voor de aanvoer van stoffen om het kliersap aan te maken

3) Spiercellen: errond + ertussen: gaan samentrekken voor de afvoer van het kliersap

Slide 14 - Tekstslide

4.2 Bouw en werking van exocriene klieren


Vb
: traanklier, 
speekselklier

Slide 15 - Tekstslide

4.2 Bouw en werking van exocriene klieren
1) Afvoerbuisje: afwezig. Afvoer rechtstreeks aan de lichaamsholte

2) Haarvaten: errond voor de aanvoer van stoffen om het kliersap aan te maken

3) Spiercellen: errond + ertussen: 
gaan samentrekken voor de afvoer van het kliersap

Slide 16 - Tekstslide

4.2 Bouw en werking van exocriene klieren


vb
: Darmwandklier

Slide 17 - Tekstslide

4.3 Bouw en werking van endocriene klieren
Algemeen:

1) Afvoerbuisje?
2) Haarvaten?
3) Spiercellen?

Slide 18 - Tekstslide

4.3 Bouw en werking van endocriene klieren

1) Geen afvoerbuisje

2) Wel haarvaten: aanvoer bouwstoffen voor de aanmaak van kliersap. Afvoer van hormonen aan bloed

3) Geen spiercellen


Slide 19 - Tekstslide

4.3 Bouw en werking van endocriene klieren

Slide 20 - Tekstslide

4.3 Bouw en werking van endocriene klieren


ALTIJD SECRETIEKLIEREN:

= hormonen zijn nuttig voor het lichaam, het is nooit een afvalproduct. 

Slide 21 - Tekstslide

Zweetklieren zijn exocriene klieren omdat ze afvalstoffen afgeven?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Darmwandklieren zijn exocriene klieren omdat de darm rechtstreeks in verbinding staat met het lichaamsoppervlak
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Adrenaline wordt geproduceerd in de bijnieren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Bouwstoffen om hormonen aan te maken worden door de endocriene kliercellen uit het bloed gehaald
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Endocriene klieren geven hun klierproduct via een afvoerbuisje af aan het bloed.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Verwerking
Oefening 8 p. 80
Oefening 9 p. 80
Oefening 10 p. 81
Oefening 11 p. 81

Slide 27 - Tekstslide