Hoofdstuk 3 paragraaf 4

Hoofdstuk 3 Stoffen



Paragraaf 3.4
Mengen en scheiden
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 Stoffen



Paragraaf 3.4
Mengen en scheiden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Werkwijze les
1) LessonUp doornemen

2a) Opgaves 51 en 56 samen
        

2b) Maken hoofdstuk 3 paragraaf 4
           Start vanaf vraag 50



15 minuten

5 minuten


Klaar --> vragen dichtheid berekenen herhalen (vraag 8, 9 en 10).

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert 2 scheidingsmethodes van mengsels.
  • Je kunt aangeven hoe je het verschil herkent tussen een oplossing en een suspensie.
  • Je kunt uitleggen hoe je een oplossing kunt scheiden.
  • Je kunt uitleggen hoe je een suspensie kunt scheiden.
  • Je kunt de volgende begrippen uitleggen: residu en filtraat.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Mengsels scheiden. Bovenstaande kan in 1 of meer stappen.

Slide 6 - Tekstslide

Mengsels
Mengsels bestaan uit 2 (of meer) verschillende stoffen.

Bijvoorbeeld: een glas met limonade
bevat water en limonadesiroop

Slide 7 - Tekstslide

2 soorten vloeibare mengsels
1: Oplossingen:  

  • oplosmiddel is altijd een vloeistof;
  • oplossing is helder, je kunt er door heen kijken;
  • kan kleur hebben of kleurloos zijn; 
  • opgeloste stof kan een vaste stof, een gas of andere       vloeistof zijn.

Slide 8 - Tekstslide

2 soorten vloeibare mengsels
2: Suspensie: 
  • oplosmiddel is een vloeistof;
  • fijn verdeelde vaste stof, zwevend in het oplosmiddel;
  • altijd troebel, je kunt er niet door heen kijken.

Slide 9 - Tekstslide

Nog een paar andere mengsels
  • gas in vloeistof (bv. schuim op bier)
  • vloeistof in gas (bv. wolken)
  • gas in gas (bv. lucht)
  • gas in vaste stof (bv. piepschuim)
  • vaste stof in andere vaste stof (bv. beton)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

 mengsels scheiden= sorteren
  • een mengsel bevat meerdere zuivere stoffen;

  • bij scheiden van mengsels maak je gebruik van stofeigenschappen om de deeltjes te sorteren;
  • elke scheidingsmethode berust op een andere stofeigenschap.

Slide 12 - Tekstslide

Indampen (berust op verschil in kookpunt)

Slide 13 - Tekstslide

Filtreren (berust op vaste deeltjes)
Residu: De stof die achterblijft.

Filtraat: De vloeistof die door filter heen is gegaan.

Slide 14 - Tekstslide

Welk van de volgende uitspraken over een mengsel is/zijn waar?
A
Een mengsel bestaat uit één soort zuivere stof
B
Een mengsel bestaat uit twee of meer soorten zuivere stoffen
C
Een mengsel kun je scheiden op basis van kleur
D
Een mengsel kun je scheiden op basis van kookpunt

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor soort mengsel is zout water?
A
Oplossing
B
Suspensie

Slide 16 - Quizvraag

Als een oplossing geen kleur heeft, dan heet dit:
A
Doorzichtig
B
Kleurloos
C
Helder
D
Troebel

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kunnen we een suspensie scheiden?
A
Bezinken
B
Filtreren
C
Indampen
D
Afschenken

Slide 18 - Quizvraag

Hoe kunnen we een oplossing scheiden?
A
Bezinken
B
Filtreren
C
Indampen
D
Afschenken

Slide 19 - Quizvraag

Welke scheidingsmethode moeten we gebruiken bij het scheiden van suiker en water?
A
Bezinken
B
Indampen
C
Filtreren
D
Afschenken

Slide 20 - Quizvraag

Welke scheidingsmethode moeten we gebruiken bij het scheiden van zand en water?
A
Filtreren
B
Indampen
C
Destilleren
D
Adsorberen

Slide 21 - Quizvraag

Werkwijze les
1) LessonUp doornemen

2a) Opgaves 51 en 56 samen
        

2b) Maken hoofdstuk 3 paragraaf 4
           Start vanaf vraag 50



15 minuten

5 minuten


Klaar --> vragen dichtheid berekenen herhalen (vraag 8, 9 en 10).

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert 2 scheidingsmethodes van mengsels.
  • Je kunt aangeven hoe je het verschil herkent tussen een oplossing en een suspensie.
  • Je kunt uitleggen hoe je een oplossing kunt scheiden.
  • Je kunt uitleggen hoe je een suspensie kunt scheiden.
  • Je kunt de volgende begrippen uitleggen: residu en filtraat.

Slide 25 - Tekstslide