M&M leerwerkboek 5: steden en dorpen. Blok 1: verhuizen naar de stad.

M&M deeltaak 5: Steden en dorpen

Blok 1: Verhuizen naar de stad
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en maatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

M&M deeltaak 5: Steden en dorpen

Blok 1: Verhuizen naar de stad

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Introductie Blok 1
  • Uitleg Steden ontstaan & behoefte aan geld
  • Zelfstandig werken
  • Test je kennis
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Kennen en kunnen
  • Vertellen hoe en waar veel Europese steden zijn ontstaan
  • Uitleggen wat het verschil is tussen het stadscentrum en de binnenstad

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Romeinen bouwden eerste steden in Nederland. Bijvoorbeeld in Nijmegen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Ontstaan steden
  • Landbouwvernieuwingen zorgden voor een toename in de voedselproductie rond het jaar 1000
  • Gevolg: Bevolkingsgroei
  • Omdat er meer mensen waren en landbouw makkelijker werd door de vernieuwingen -> opkomst ambachten

Slide 7 - Tekstslide

Waar woon je? In een stad of in een dorp?
A
Stad
B
Dorp

Slide 8 - Quizvraag

Boer: Ambacht of niet?
A
Ambacht
B
Geen ambacht

Slide 9 - Quizvraag

Smid: Ambacht of niet?
A
Ambacht
B
Geen ambacht

Slide 10 - Quizvraag

Bakker: Ambacht of niet?
A
Ambacht
B
Geen ambacht

Slide 11 - Quizvraag

Priester: Ambacht of niet?
A
Ambacht
B
Geen ambacht

Slide 12 - Quizvraag

Binnenstad: Het oudste gedeelte van een stad binnen de stadsmuren 

Slide 13 - Tekstslide

Arnhemse Stadspoort

Slide 14 - Tekstslide

Stadscentrum: deel van de stad waar de meeste winkels, restaurants, hotels en stations zijn.

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig Werken
Maken opdrachten 1 tot en met 19

Slide 16 - Tekstslide

M&M deeltaak 5: Steden en dorpen

Blok 1: Verhuizen naar de stad

Slide 17 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Introductie
  • Uitleg behoefte aan geld en verhuizen naar de stad
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 18 - Tekstslide

Kennen en kunnen
  • De verschillen tussen een Middeleeuwse en moderne munt benoemen
  • Uitleggen wat vraag en aanbod is
  • Redenen noemen waarom mensen naar de stad verhuizen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Vraag en aanbod
Aanbod: Wat de marktkooplieden willen verkopen
Vraag: wat de mensen willen kopen

Als de vraag en het aanbod toenemen, groeit de handel

Slide 21 - Tekstslide

Behoefte aan geld
  • Opkomst handel in de vorm van stadsmarkt
  • Toenemende handel -> behoefte aan geld (munten)
  • Munten van goud of zilver, gewicht bepaalde de waarde
  • Iedere stad of streek had zijn eigen munt
  • Ieder stad had zijn eigen wisselbureau
  • Eerste bankiers

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen de middeleeuwse munt en de euromunt?

Slide 23 - Tekstslide

Eerste banken: Uitvinding leningen en rente

Slide 24 - Tekstslide

Waarom zouden mensen naar de stad verhuizen?

Slide 25 - Open vraag

Verhuizen naar de stad.
  • Verhuizen om economische redenen: op het platteland is steeds minder werk door mechanisatie
  • Verhuizen naar de stad voor werk en scholing
  • Ook voor vrije tijd, in een stad is vaak meer te doen dan in een dorp


Slide 26 - Tekstslide

Steden groeien
Mensen trekken naar de stad, steden worden voller
Bevolkingsdichtheid (hoeveelheid mensen op een vierkante kilometer) is er hoog

Slide 27 - Tekstslide

Agglomeratie
Een stad en de omliggende dorpen groeien tegen elkaar aan.


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Zelfstandig Werken
Maken opdrachten 9 tot en met 15.

Slide 30 - Tekstslide

M&M deeltaak 5: Steden en dorpen

Blok 1: Verhuizen naar de stad

Slide 31 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Introductie
  • Uitleg verschillende sectoren en rond de stad
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 32 - Tekstslide

Kennen en kunnen
  • Vertellen in welke sectoren mensen werken
  • vertellen wat er in het gebied rond de stad gebeurt

Slide 33 - Tekstslide

Verschillende Sectoren
De beroepsbevolking wordt ingedeeld in drie sectoren:
1: Primaire sector
2: Secundaire sector
3: Tertiaire sector

Slide 34 - Tekstslide

Primaire sector
Mensen die werken bij bedrijven die voedsel en grondstoffen uit de natuur halen.

Boeren, veehouders, mijnwerkers, vissers

Slide 35 - Tekstslide

Secundaire sector
Mensen die werken bij bedrijven die van de grondstoffen producten maken.

Fabrieksarbeider, timmerman, bakker

Slide 36 - Tekstslide

Tertiaire sector
Mensen die werken bij bedrijven die diensten verlenen.

Leraar, kapper, taxichauffeur, dokter

Slide 37 - Tekstslide

Commercieel of niet
Commerciële bedrijven willen winst maken met hun producten of diensten.
Niet commerciële bedrijven streven ernaar om de kosten en opbrengsten even groot te laten zijn. Bijvoorbeeld scholen of ziekenhuizen.

Slide 38 - Tekstslide

Rond de stad
  • Grote bedrijven vestigen zich aan de rand van de stad. Grote bedrijventerreinen dichtbij de steden
  • Er worden stukken natuurgebied aangelegd voor recreatie
  • Landelijk gebied wordt steeds meer gezien als vakantiebestemming door stadsmensen

Slide 39 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Opdracht 16 t/m 21

Ben je klaar? Kijk je opdrachten na en verbeter ze. Teken blok 1 af.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video