Leesvaardigheid h4 laatste toetsweek

Laatste les voor de toetsweek havo 4  :)
periode 4

Veel succes met de partweek en misschien tot volgend jaar!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Laatste les voor de toetsweek havo 4  :)
periode 4

Veel succes met de partweek en misschien tot volgend jaar!

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik structuren
stelling-argumentenstructuur
onderzoeksstructuur
voor- en nadelenstructuur
vraag-antwoordstructuur
Moet het onderwijs iPadonderwijs omarmen?
Hoe worden zonnepanelen gebouwd?
In welke maatschappelijke onderwerpen zijn jongeren geïnteresseerd?
Heeft Trump al zijn credits verspild en moet hij afgezet worden?
Wanneer is iets 'energieneutraal'?
Waar bestaat een gezonde lunch uit?

Slide 2 - Sleepvraag

Betoog
Beschouwing
Uiteenzetting
Informeren
Overtuigen
Opiniëren
Voor- en nadelenstructuur
Argumentatiestructuur
Verklaringsstructuur
Eén mening
Verschillende meningen
Feiten

Slide 3 - Sleepvraag

Vul in:
Let op de                               van de schrijver. Een schrijver is                           als hij zich uitgebreid in het onderwerp heeft verdiept of veel ervaring heeft met het onderwerp. Hoe                                            de schrijver, hoe                                     de tekst.
betrouwbaar
deskundigheid
deskundig
meer deskundig
betrouwbaarder

Slide 4 - Sleepvraag

Zet de volgende bronnen op volgorde van betrouwbaarheid. 
Van minst betrouwbaar naar betrouwbaarst.
1
2
3
4
5

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Signaalwoorden 
van voorbeeld
Signaalwoorden 
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van plaats
waarin
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook

Slide 8 - Sleepvraag

Welke functie past het best bij welk tekstonderdeel?
Inleiding
middenstuk
slot
bewijs
bewering
gevolgen
opsomming
theorie
conclusie
constatering
argumentatie
oorzaak
oplossing
afweging
argument
advies
verklaring
toelichting
nuancering
ontkenning
tegenwerping
weerlegging
aanleiding
samenvatting
oproep
aanbeveling
probleemstelling

Slide 9 - Sleepvraag

Wat is de juiste omschrijving bij het functiewoord?
tegenwerping
argument
afweging
advies
conclusie
bewering
ontkenning
argumentatie
nuancering
weerlegging
een stelling die de schrijver moet onderbouwen
De schrijver geeft te bewering weer en geeft aan dat hij het er niet mee eens is
de schrijver geeft meerdere argumenten
een bewering wordt iets afgezwakt door te laten zien dat er meer gezichtspunten zijn
Met tegenargumenten aantonen dat de argumentatie van de ander niet juist is
De schrijver maakt bezwaar tegen een eerdere argumentatie
reden waarom iemand iets vindt
voor- en nadele of mogelijke oplossingen worden tegen elkaar afgewogen
De schrijver geeft, meestal aan het eind, een goede raad of advies.
De schrijver komt tot een gevolgtrekking

Slide 10 - Sleepvraag

Standpunt
Argument
Dus
Kortom
Namelijk
Dat blijkt uit
Omdat
Daarom
Volgens ons
Immers

Slide 11 - Sleepvraag

De tijd na je eindexamen is het mooist, want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren: op kamers wonen, de opleiding van je dromen volgen en veel nieuwe mensen ontmoeten.
Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.
veel nieuwe mensen ontmoeten.
De tijd na je eindexamen is het mooist,
op kamers wonen,
de opleiding van je dromen volgen
want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren:

Slide 12 - Sleepvraag

Wat past waar? Feit of mening?
Feit
Mening
Feit
Mening
Feit
Mening

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide