Les 7A Public Relations

PR
Public Relations
Toetsstof:
De Sociaal Werker 1
Hoofdstuk 11.1/11.2/11.3
Hoofdstuk 12.1 t/m 12.7
Hoofdstuk 19
(Vandaag HFD 12.1 t/m 12.3)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SociaalMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

PR
Public Relations
Toetsstof:
De Sociaal Werker 1
Hoofdstuk 11.1/11.2/11.3
Hoofdstuk 12.1 t/m 12.7
Hoofdstuk 19
(Vandaag HFD 12.1 t/m 12.3)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kent het begrip Public Relations en de betekenis hiervan
Je kent interne en externe publieksgroepen
Je kent het verschil tussen anticiperende en defensieve PR

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat denk jij dat PR is?

Slide 4 - Woordweb

Public Relations (PR)
 het stelselmatig bevorderen van het wederzijds begrip tussen een organisatie en haar publieksgroepen.

Slide 5 - Tekstslide

Publieksgroepen
Lijkt op doelgroep, maar het is specifiek bedoeld voor de groepen waarop de organisatie zich richt.
Interne publieksgroepen: mensen die al verbonden zijn aan de instelling, vrijwilligers en medewerkers in loondienst
Externe publiekgroepen: groepen waarvoor de instelling bedoeld is zoals jongeren, ouderen en instellingen van de gemeente

PR moet ervoor zorgen dat publiek een positieve houding heeft tegenover de organisatie (aantrekkelijk vinden)

Slide 6 - Tekstslide

Imago en identiteit

Er kunnen dingen mis gaan in een organisatie zoals voorzitter van bestuur die subsidies in eigen zak steekt, op ermee gaat beleggen of ruzie binnen een organisatie.

Imago: beeld dat het publiek heeft van de instelling (liefst positief)
Identiteit: wat de instelling werkelijk is

Slide 7 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat imago en identiteit op elkaar zijn afgestemd?

Slide 8 - Open vraag

Anticiperende/defensieve PR
Anticiperende PR zijn activiteiten waarmee de organisatie het publiek probeert te winnen voor nieuwe activiteiten en mogelijke weerstand probeert te voorkomen.
Defensieve PR de organisatie probeert de instelling negatieve informatie over de instelling in goede banen te leiden

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

PR staat voor:
A
Public Retailer
B
Personal Relations
C
Public Relations
D
Promotion Retail

Slide 12 - Quizvraag

1) Met welke onderwerpen heeft Public Relations iets te maken? Let op! Meerdere antwoorden zijn juist. Sleep de goede antwoorden naar het vak.
Goede antwoorden
met het verbeteren van de aangeboden diensten 
met het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden van het personeel  
met het vergroten van de naamsbekendheid 
met het onderhouden van goede contacten tussen organisatie en omgeving

Slide 13 - Sleepvraag

Public Relations is altijd gericht op de eigen organisatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Welke uitspraak over PR is NIET juist?
A
Public Relations gebeurt stelselmatig.
B
Bij Public Relations gaat het om het bevorderen van de naamsbekendheid.
C
Als sportleider heb je bij het organiseren van sportieve evenementen niet te maken met Public Relations.
D
Het hoofddoel van Public Relations is het halen van een betere omzet voor het bedrijf.

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht
Zoek op internet naar (on) bekende PR campagnes.
Kun je voorbeelden geven?

We werken met "De Sociaal Werker 1": bekijk dit boek en maak een samenvatting van hoofdstuk 11.1/11.2/11.3 en hoofdstuk 12 Public Relations 12.1/12.2/12.3 (na afloop korte presentaties)
Ter voorbereiding alvast voor de toets.

Slide 16 - Tekstslide