12.4 Verbranding

12.4 Verbranding
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

12.4 Verbranding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels in de klas 
- Mobieltjes wil ik niet zien tenzij van tevoren aangegeven 
- Steek je vinger op als je een vraag/ antwoord hebt
- Als iemand aan het woord is (leerling/docent) ben je stil
- Je gaat met respect met iedereen om in de klas

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag? 
- Herhalen van 12.3
- Uitleg van 12.4 
- Zelfstandig werken aan 12.4 
- Afsluiting van de les 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van?

Kennistest

Slide 4 - Tekstslide

Er volgen nu vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Een gemengd bedrijf
A
Werkt op biologische wijze
B
Doet zowel aan akkerbouw en veeteelt
C
Houdt dieren op grote schaal

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Accumulatie is ...
A
.. het ophopen van gifstoffen in het milieu
B
.. het ophopen van gifstoffen in organismen
C
.. het afbreken van gifstoffen door een ziekteverwekker
D
.. het afbreken van gifstoffen door het milieu

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuw begrip: 
Eutrofiering / overbemesting 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Met Eutrofiëring komen er te veel voedingstoffen in de bodem.
Welke voedingstoffen?
A
Mineralen (zouten)
B
CO2
C
Stikstof

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gevolg van Eutrofiëring is:
Waterbloei

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke organismen nemen sterk toe bij waterbloei?
A
Koeien
B
Algen
C
Waterhoentjes
D
Eendenkroos

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Telefoon en laptop weg a.u.b.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbranding

Slide 13 - Tekstslide

Verschillende vormen van verbranding
Verbranding
Bij verbranding reageert een stof met zuurstof waarbij er energie vrijkomt (warmte, licht) en afvalstoffen ontstaan.

Dit is nodig voor verbranding (voorwaarden):
  1. Brandstof
  2. Zuurstof
  3. Ontbrandingstemperatuur


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbrandingsproducten
Wanneer een stof verbrandt, reageert het met zuurstof. Er ontstaan dan nieuwe stoffen.

Bij de verbranding van aardgas, glucose en veel andere brandstoffen ontstaan koolstofdioxide en waterdamp als verbrandingsproducten.

Slide 15 - Tekstslide

CH4 = Methaan 
Onvolledige verbranding
Wanneer en niet genoeg zuurstof is, loopt de verbrandingsreactie niet goed door. Er ontstaan dan andere verbrandingsproducten zoals roet (C) en het giftige koolstofmonoxide (CO)

Een onvolledige verbranding is vaak te herkennen aan een gele vlam, een volledige verbranding heeft een blauwe vlam.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Explosies
Wanneer zuurstof en brandstof in precies de juiste verhouding aanwezig zijn, kan de verbrandingsreactie extreem snel gaan. De gassen die hierbij vrijkomen zetten zich enorm snel uit en veroorzaken dan een explosie.
Explosies

Wanneer zuurstof en brandstof in precies de juiste verhouding aanwezig zijn, kan de verbrandingsreactie extreem snel gaan. De gassen die hierbij vrijkomen zetten zich enorm snel uit en veroorzaken dan een explosie.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gaat een kaars
uit als je er een potje
overheen zet?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de drie voorwaarden voor een verbranding?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een gasbrander een gele vlam heeft, wat voor soort verbranding is er dan?
A
Volledige verbranding
B
Onvolledige verbranding

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Broeikaseffect
  • De aarde werkt als een kas
  • Zonder broeikaseffect is het -18 graden
  • Versterkt broeikaseffect
  • CO2 (koolstofdioxide)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Broeikaseffect
Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten broeikaseffect

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In sommige brandstoffen zit stikstof (N) of zwavel (S)
Als deze stoffen verbranden ontstaan er stikstofoxiden(NOx) en zwaveloxiden (SO2).
Hierdoor kan er zure regen ontstaan. Dit is erg schadelijk voor de natuur, maar ook voor gebouwen.

Luchtvervuiling

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stikstof

Slide 26 - Tekstslide

Een overaanbod van voedingsstoffen (vermesting) zorgt dan voor ontwrichting. Soorten die veel stikstof nodig hebben kunnen sneller profiteren van dit aanbod. Die nemen dan alle plaats in ten koste van andere soorten. Te veel stikstof heeft dus een negatief effect op de biodiversiteit. Dit heeft een negatieve invloed op de insectenstand en daarmee op de hele voedselketen.
LUCHTVERVUILING
stikstof

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit het met stikstof?

Slide 28 - Tekstslide

https://www.milieucentraal.nl/klimaat-en-aarde/milieuproblemen/stikstof-in-de-lucht-en-bodem/

Slide 29 - Tekstslide

https://nos.nl/artikel/2306387-tno-nederland-relatief-grootste-producent-stikstof-van-europa

Het stikstofprobleem in Nederland wordt veroorzaakt door stikstofoxiden en ammoniak, staat ook in het TNO-rapport. De ammoniak komt voor het overgrote deel uit mest in de veeteelt. Runderen en varkens leveren hierbij de grootste bijdrage. Stikstofoxiden komen vooral vrij uit het wegverkeer (vooral van diesels) en van de industrie.
Ons land produceert volgens TNO per jaar 183 miljoen kilogram stikstof; daarvan is 61 procent afkomstig van de landbouw. Vanuit het buitenland komt daar nog eens 43 miljoen kilo bij. Tegelijkertijd waait er 141 miljoen kilo stikstof de grens over, veel meer dus dan er bij onszelf neerslaat. Van de ammoniak gaat een derde tot de helft de grens over, voor stikstofoxide is dit liefst 90 procent.
In verbrandingsgassen zitten miniscule stofdeeltjes die we fijnstof noemen. Deze kunnen in grote hoeveelheden schadelijk zijn voor je longen en luchtwegen

Wanneer het erg warm is en er staat weinig wind, kan de laag verbrandingsgassen blijven hangen, dat heet Smog

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervuiling verminderen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fossiele brandstoffen
Steenkool
Aardolie
Aardgas
Gebruik fossiele brandstoffen verminderen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzaam wonen

Slide 34 - Tekstslide

https://milieudefensie.nl/actueel/in-4-stappen-naar-een-duurzame-woning
Andere manieren om je huis te verwarmen
Andere manieren om je huis te verwarmen
Je kunt de energie van de zon gebuiken om water te verwarmen, water word door een zonnecollector gepompt en het warme water word opgeslagen in een boiler.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardwarmte is een methode waarbij je gebruikt maakt van de warmte van de aarde zelf. Het binnenste van de aarde is erg warm en deze warmte kun je gebruiken door koud water naar beneden te pompen waar het opgewarmd wordt. Daarna kan je het warme water weer omhoog pompen. Het nadeel is dat deze methode nog erg duur is

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 37 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?
Weektaak
Bouwsteen 12.4 opdracht 1 t/m 21 (18 overslaan).

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor de les! 
Neem morgen allemaal een laptop mee

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies