H4L77 - 2THF - Woensdag - 4.9 Spelling

Welkom 2THF : )


Planning van deze les
  • Stillezen
  • Uitleg trema, apostrof en accent 
  • Huiswerk bespreken: opdracht 1 t/m 6 van 4.9 Spelling (of alvast zelfstandig werken) 
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 7 t/m 11 van 4.9 Spelling. Klaar? Maak 'Test jezelf' van 4.9. 


Aan het einde van deze les
  • weet je wanneer je een trema, apostrof of accent moet gebruiken in een woord. 
Dia-toetsen
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Schrijfdossier (vrijdag 20 juni)
  • Boektoets (vrijdag 27 juni) 
  • Repetitie hoofdstuk 4 en 5 (toetsweek)
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 2THF : )


Planning van deze les
  • Stillezen
  • Uitleg trema, apostrof en accent 
  • Huiswerk bespreken: opdracht 1 t/m 6 van 4.9 Spelling (of alvast zelfstandig werken) 
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 7 t/m 11 van 4.9 Spelling. Klaar? Maak 'Test jezelf' van 4.9. 


Aan het einde van deze les
  • weet je wanneer je een trema, apostrof of accent moet gebruiken in een woord. 
Dia-toetsen
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Schrijfdossier (vrijdag 20 juni)
  • Boektoets (vrijdag 27 juni) 
  • Repetitie hoofdstuk 4 en 5 (toetsweek)

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de goede spelling?
A
Financien
B
Financiën
C
Financieën

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de goede spelling?
A
Financieel
B
Financiëel

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Beoefenen
B
Beöefenen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Ruine
B
Ruïne

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
Dennis' rugzak
B
Dennis rugzak
C
Dennis's rugzak
D
Denni's rugzak

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
s' avonds
B
's avonds
C
savonds

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
ideeën
B
ideëen
C
idëeen
D
idee-en

Slide 8 - Quizvraag

Leestekens
trema
- gebruik je als je in één woord twee klinkers niet als één klank mag lezen

- in het meervoud van zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ee of -ie
ruïne, vacuüm, beïnvloeden

ideeën, categorieën, koloniën
apostrof
- als een of meer letters zijn weggelaten

- bij bezitsaanduidingen van woorden die eindigen op een s-klank of een lange klinker die je met één letter shrijft

- na cijfers, afkortingen 
'm, 't, 's avonds

Dennis' rugzak, Max' fiets, Anna's puntenslijper, Gaby's huiswerk

vmbo'er, A4'tje, tv's
accent
- zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt

- kan nadruk leggen op een woord
café, creme, hé, hè, enquête

nú hierkomen!

Slide 9 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
  • Zwakke werkwoorden: schrijf zo kort mogelijk
    De weg is verbreed > De verbrede weg
    De kamer is verlicht > De verlichte kamer
    De drenkeling is gered > De geredde drenkeling

  • Sterke werkwoorden: geen verandering 
    De aardappels zijn gebakken > De gebakken aardappels
    De route is gelopen > De gelopen route

Slide 10 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord



  • Kan eindigen op -d of -de
De lezende man, het gillende kind

Slide 11 - Tekstslide