Schoolweek 21 ontwikkelingspsychologie start deel 1;" van baby tot ouder"..

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Schoolweek 21 start "van baby tot ouder"...

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ziet de opbouw van de lessen eruit?
De aankomende week nemen wij jullie mee in de ontwikkeling van ongeboren kind tot oudere mens.

Elke week gaan we iedere fase van ontwikkeling in de les behandelen.
Maar welke ontwikkelingsfasen zijn er?

Slide 3 - Tekstslide

Er bestaan 9 ontwikkelingsfasen;
ongeboren kind (prenatale fase: 40 weken)
zuigeling (baby) (0-18 maanden)
peuter (18 maanden-4 jaar)
kleuter (4-6 jaar)
schoolkind (6-12 jaar)
puber (12-17 jaar)
adolescent (17-25 jaar)
volwassene (25-67 jaar)
oudere mens (67 jaar en ouder)

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer start de ontwikkeling van de mens?

Slide 5 - Woordweb

Ontwikkeling!
De ontwikkeling van de mens begint al direct bij de conceptie en niet pas bij de geboorte. Een normale zwangerschap duurt tussen de 37 en 42 weken. Tijdens deze prenatale fase maakt een kind een enorme ontwikkeling door. Het kind heeft zich vanaf de conceptie ontwikkeld van een ‘speldenknopje’ tot een mensenkind.

Slide 6 - Tekstslide

Definitie;
Conceptie;
Het menselijk leven na de bevruchting
Prenatale fase;
de periode waarin de ongeboren mens uitgroeit tot een mens die rijp is om geboren te worden

Slide 7 - Tekstslide

Welke leeftijd behoorde ook alweer bij het ongeboren kind en de zuigeling(baby)?
A
ongeboren kind (prenatale fase: 42 weken) zuigeling (baby) (0-24 maanden)
B
ongeboren kind (prenatale fase: 40 weken) zuigeling (baby) (0-18 maanden)
C
ongeboren kind (prenatale fase: 40 weken) zuigeling (baby) (0-16 maanden)
D
ongeboren kind (prenatale fase: 37 weken) zuigeling (baby) (0-22 maanden)

Slide 8 - Quizvraag

Als je lichamelijke ontwikkeling bekijkt, kun je onderscheid maken tussen;
  • De ontwikkeling van het specifieke individu (ontogenese) Hierbij speelt de interactie met de omgeving (moeder) een belangrijke rol
  • De ontwikkeling van de soort (fylogenese) Hierbij speelt de erfelijkheid een belangrijke rol 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Als je de lichamelijke ontwikkeling bekijkt, kun je onderscheid maken tussen twee aspecten, welke waren dat ook alweer?
A
De ontwikkeling van het specifieke individu De ontwikkeling van de soort
B
De ontwikkeling van de specifieke soort en de individu
C
De biologische en lichamelijke aspecten
D
Conceptie en prenataal

Slide 11 - Quizvraag

Foetus
Een foetus van 24 weken kan horen, zien en proeven
De foetus is zelfs in staat om op zeer eenvoudig niveau iets te leren. Wanneer zijn moeder bijvoorbeeld dagelijks een bepaald liedje zingt, dan kalmeert dit liedje de baby na de geboorte. Het blijkt ook dat ongeborenen van bepaalde muziek erg druk worden en van andere muziek juist rustig.

Ongeboren kinderen worden ook vaak druk (dat wil zeggen dat ze veel slaan en veel bewegen) als hun moeder onder grote emotionele stress staat.

Slide 12 - Tekstslide

De prenatale ontwikkeling is afhankelijk van drie verschillende factoren;
  • Groei
  • Rijping
  • Leren

Slide 13 - Tekstslide

Wat zou er met groei bedoeld worden?

Slide 14 - Open vraag

Rijping;
Hieronder verstaan we het in staat zijn om nieuwe functies te vervullen, lichamelijk of fysiologisch proces.
(fysiologisch betekend; door de natuur bepaald)

Slide 15 - Tekstslide

Wat speelt een belangrijke rol m.b.t het leren in de prenatale ontwikkelingsfase?

Slide 16 - Open vraag

In de prenatale fase onderscheiden we drie trimesters van groei
  • 1ste trimester--> 1ste maand tot 3de maand--> ontstaan van de hersenen
  • 2de trimester--> 3de tot de 7de maand--> ontstaan van de zenuwenverbindingen en de hersenen
  • 3de trimester--> 7de tot de geboorte--> gewichtstoename en voltooien van de groei
  • Het is dus belangrijk om te weten. als je een zwangere cliënt hebt met problematiek(en), dat de foetus bepaalde zaken meekrijgt in zijn/haar ontwikkeling en in de latere ontwikkeling, problemen kan opleveren.

Slide 17 - Tekstslide

Risico's; (kennis die je mee kunt nemen naar de praktijk!)
  1. Ondervoeding van de moeder kan leiden tot neurologische afwijkingen bij het kind. Het heeft effect op de ontwikkeling van de hersenen
  2. Infectieziekten, zoals rode hond, leidt in 50% van de gevallen tot een afwijking
  3. Psychische ziekten die erfelijk bepaald zijn (erfelijkheid van vader speelt een rol) en factoren als stress, angst of depressie
  4. Leeftijd moeder (jonger dan 17 jaar hebben een grotere kans op vroeg geboortes en 2 keer zoveel kans op doodgeboren kindjes)
  5. Leeftijd vader (bijv. het risico van schizofrenie verdubbelt als vader ouder is 45 en verdriedubbelen bij een vader van 50 jaar oud)

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld;
Stress kan leiden tot een verhoging van adrenalineproductie in het bloed van de zwangere moeder. Baby's van angstige moeders zouden meer meer in hun slaap lijken te bewegen en de periodes van diepe slaap zijn dan korter!

Slide 19 - Tekstslide

De geboorte;
Duur; gemiddeld 8 tot 14 uur
Huilen; start ademhaling, angst, pijn of honger

HOE LAGER HET GEBOORTEGEWICHT, HOE HOGER DE KANS OP ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Complicaties tijdens geboorte kunnen leiden tot;
- een te grote bewegelijkheid
- ADHD 
-leerstoornissen
-coördinatieproblemen (oog en hand coördinatie)
- sensorische perceptiestoornissen (zintuigelijke stoornissen)
- leesstoornissen (dyslexie)
-spraak- en articulatieproblemen

Slide 22 - Tekstslide

De geboorte en de eerste zes maanden!
Na de geboorte zie je in de loop van de maanden een enorme ontwikkeling tot stand komen;

  1. de ontwikkeling van het bewegingsapparaat (motoriek)
  2. de spectaculaire groei in de lengte
  3. de verdubbeling van het geboortegewicht

Slide 23 - Tekstslide

Hoe groot en hoe zwaar is een pasgeboren baby?

Slide 24 - Woordweb

Lichamelijke ontwikkeling;
Bij de geboorte is het kind ongeveer 50 centimeter lang en weegt het ongeveer 3,5 kilo.

Slide 25 - Tekstslide

Motorische ontwikkeling;
Grove motoriek (grote bewegingen)
Fijne motoriek (kleine bewegingen)
Het tempo waarin de spierbeheersing zich bij een kind ontwikkelt, is enorm. Na ongeveer 5 maanden kan een baby zich omrollen van rug- naar buikligging, na ongeveer 7 maanden kan hij los zitten en met ongeveer 15 maanden loopt hij los.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Grove motoriek;
- 1ste maand; gebogen liggen, in elkaar, embryonale houding

- 2de maand; hoofd in balans houden met een beetje steun, trappelen met de benen en armen om te grijpen

- 3de tot 6de maand; hoofd steeds meer in balans, zitten met steun, op de buik proberen met handen te steunen

Slide 28 - Tekstslide

Fijne motoriek;
Oog- en handcoördinatie! 
Het kind is in staat doelgericht dingen te pakken en te richten.
Coördinatie betekent letterlijk: afstemming. Als een baby ongeveer 3 maanden oud is, komt er een afstemming tussen ogen en handen tot stand: de oog-handcoördinatie!!

Slide 29 - Tekstslide

Pincetgreep;
Tegen het eind van het eerste levensjaar gaat het kind gebruikmaken van de pincetgreep. 
Het kind pakt een voorwerp dan tussen duim en wijsvinger vast, in plaats van met het hele handje.

Slide 30 - Tekstslide

Zintuigelijke ontwikkeling;
Als een baby geboren wordt, werken zijn zintuigen nog niet goed en volledig. Vlak na de geboorte ziet een baby de dingen nog vaag en onscherp. Na twee maanden gaat de baby meer gericht kijken: als je een voorwerp voor zijn gezicht houdt en hiermee beweegt, maakt de baby met zijn ogen een volgbeweging. Dit is de beweging die de ogen maken om het beeld van een bewegend object vast te houden.

Het gehoor ontwikkelt zich al voor de geboorte. Al direct na de geboorte draait een baby zijn hoofd in de richting van geluid. Toch is het horen van een baby niet hetzelfde horen als dat van ons.

 Uit onderzoek is gebleken dat een baby al direct na de geboorte op deze stem reageert. 
Herkenning van de moeder vindt trouwens ook plaats op basis van geur.

Slide 31 - Tekstslide

Wat is de meest belangrijke zintuig van een baby?
A
Mond
B
Oren
C
Tastzintuig
D
Neus

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het meest belangrijke tastzintuig van de baby?
A
Handen
B
Mond
C
Vingers
D
Oren

Slide 33 - Quizvraag

'Toch is het horen van een baby niet hetzelfde horen als dat van ons'..
Wat wordt hiermee bedoelt?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Video

Objectpermanentie
Een baby ontwikkelt tussen 6 en 12 maanden het vermogen om een beeld in zijn geheugen vast te houden, zonder het te zien!

Slide 36 - Tekstslide

Uitleg objectpermanentie
Als een balletje onder de kast rolt, zal een kind die al objectpermanentie ontwikkeld heeft, er naar op zoek gaan. Voor dit gebeurt, gaat een kind niet op zoek en begint het met iets anders te spelen. Als het iets niet ziet, is het er niet.

Bij een kindje tussen 6 en 12 maanden is het balletje uit zijn gezichtsveld, maar het ‘weet’ dat het niet weg is. Het heeft een voorstelling van het balletje in zijn geheugen.

Er is een manier om na te gaan of het kind beelden in het geheugen heeft zonder het voorwerp te zien. Leg een balletje, blokje of ander klein voorwerp onder een doek. Het kind mag zien dat iemand het er legt. Als het kind het voorwerp zoekt, beschikt het over objectpermanentie.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Exploratiedrang (cognitieve ontwikkeling)
Vanaf het moment dat een baby kan kruipen, wil hij de wereld leren kennen. 
We spreken van exploratiedrang.
Voor het durven exploreren is een veilige hechting een voorwaarde. Voelt een baby (peuter) zich veilig, dan durft hij zijn ouders/verzorgers los te laten.

Slide 40 - Tekstslide

Aanvulling exploratiedrang;
Door het ontdekken van de wereld leert een kind ook steeds meer woorden. 
Alles wat hij tegenkomt, heeft een naam, alles heeft eigenschappen (koud, warm, groot, klein), alles kan ten opzichte van andere dingen geplaatst worden (in, op, boven, onder, naast, tussen), en ga zo maar door.

Slide 41 - Tekstslide

Nature or nurture?

Slide 42 - Tekstslide

Vervolg;
In de volgende les,  gaan we inzoomen op de reflexen van de baby, de hechting en de ontwikkeling van het leren.
Dit gaan we weer doen op een andere manier..

Tip;
Op It's learning wordt deze les geplaatst. Neem de inhoud van deze les mee, om de kennis eigen te maken voor de aankomende kennistoets!

Slide 43 - Tekstslide