De volgende woorden schrijf je aan elkaar
samenstellingen van twee of meer woorden: racefiets, verrekijker, houtwormkever;
woorden die gemaakt zijn van er, hier, daar of waar plus een voorzetsel: hiervoor, eronderdoor, daarboven;
getallen met honderd en duizend: zeshonderd, vijftienduizend;
veel samengestelde werkwoorden: inhalen, voordoen, windsurfen, buikdansen;
veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden met een deelwoord als tweede deel: opbouwend, sneldrogend, lichtgewond.
Kijk bij twijfel in een woordenboek.