In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 9 a. Wat is stelt de grote cirkel voor?
A
De longen
B
De huid
C
Een longblaasje
D
slokdarm
Slide 5 - Quizvraag
Opdracht 9 a. Wat is stelt de instulping voor?
A
De longen ( longsblaasjes)
B
kransslagader
C
verbranding
D
slokdarm
Slide 6 - Quizvraag
Opdracht 9 a. Wat is stelt de bloedsomloop voor?
A
de longen
B
de huid
C
het bloed
D
bloedsomloop
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Vraag 9b. De huid is erg dik getekend. Waarom is deze lijn zo dik getekend?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat is gaswisseling?
A
gassen uit het lichaam laten gaan, bijv. scheetjes.
B
gassen in het lichaam inademen
C
Gassen zowel in als uit het lichaam krijgen
D
uitademen van gassen
Slide 12 - Quizvraag
Wat zijn de twee redenen waarom gaswisseling bij de mens zo efficiënt is? (tip: longblaasjes)
Slide 13 - Open vraag
Hoe gaat zuurstof van de longen naar het bloed?
A
Het gaat via osmose, want het gaat van laag naar hoog.
B
Het gaat via diffusie van hoog naar laag
C
Het gaat gaat via osmose van hoog naar laag
D
het gaat via diffusie van laag naar hoog
Slide 14 - Quizvraag
Bij planten vindt er ook gaswisseling plaats. Welke gassen zijn hierbij betrokken?
A
CO2 en H2O uit de plant en O2 in de plant
B
CO2, O2 uit de plant en H2O in de plant
C
CO2 in de plant en O2 uit de plant
D
CO2 in de plant en O2 en H2O uit de plant
Slide 15 - Quizvraag
Waarvoor is Co2 nodig in de plant?
A
dissimilatie
B
(koolstof)assimilatie
C
voortgezette assimilatie
D
voortgezette dissmilatie
Slide 16 - Quizvraag
fotosynthese is een erg balngrijk proces. Wat is de formule (hoeft niet in sk taal)
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
als de turgor afneemt, dan ....
A
sluiten de mondjes, door gebrek aan water
B
openen de mondjes door gebrek aan water
C
sluiten de mondjes door te veel water
D
openen de mondjes door te veel water
Slide 27 - Quizvraag
als de turgor toeneemt, dan ....
A
sluiten de mondjes, door gebrek aan water
B
openen de mondjes door gebrek aan water
C
sluiten de mondjes door te veel water
D
openen de mondjes door te veel water
Slide 28 - Quizvraag
Leg in je eigen woorden uit waarom planten in droge gebieden vaak hun huidmondjes overdag sluiten. Gebruik: sluitcellen, turgor, verdamping, sapstroom en overleving.