Primera clase

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw Daal
n.daal@yuverta.nl
Ma, wo & do

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klas afspraken
- Als iemand aan het woord is, is de rest van de klas STIL.
-Hand opsteken!
- Elkaar respecteren.
-Fluisteren.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwachtingen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El esquema het schema
1. Algemene informatie 
2. spel 
3. Español 101
4. Quiz 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-Boeken
-Snelhechters 
-Toetsen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toetsing en afsluiting 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een spel

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels
De spelers staan in een kring (Rechthoek).
Jullie mogen daar echter NIET jullie mond bij gebruiken, en alleen communiceren met handen en voeten!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Sta in de alfabetische volgorde van voornamen
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Sta in volgorde van verjaardag, dus van 1 januari t/m 31 december.
timer
2:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Sta bij de groep van mensen die hetzelfde seizoen als jouw leuk vinden.
timer
0:45

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Spaanse alfabet

 Het Spaanse alfabet bestaat uit 27 letters..
1. Vijf (5) van de letters zijn klinkers/vocalen:
A,E,I,O,U
2. De restante (22) letters zijn medeklinkers/consonanten:
B,C,D,F,G,H,J,K,L,M,N,Ñ,P,Q,R,S,T,V,W,X,Y,Z
El Abecedario
timer
2:30

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitspraakregels
3. De 'ñ' (español) klinkt al nj in franje
4. De 'h' wordt niet uitgesproken (Hola = hoi).
5. De 'b' en de 'v' worden in het Spaans hetzelfde uitgesproken.
*Bijvoorbeeld: Barcelona
                           Valencia 
6. De 'll' (dubbele L) wordt  als een 'J' uitgesproken.
*Bijvoorbeeld: Me llamo ( Ik heet)

 
timer
3:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿? ¡!
7. In het Spaans hebben we het omgekeerde vraagteken en  omgekeerde uitroepteken. Deze staat aan het begin van de zin.
*Bijvoorbeeld: ¿Cómo estás? (hoe gaat het met je?)
                                ¡Bien! (Goed!)
timer
1:30

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bepaalde lidwoorden
7. De 'de' en 'het' zijn in het Spaans El (enkelvoud) en Los (meervoud) als het gaat om mannelijke woorden. Vrouwelijke woorden krijgen het lidwoord La (enkelvoud) en Las (meervoud).
a). De meeste zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -O of -R zijn mannelijk.
b). ZN die eindigen op een -A zijn meestal vrouwelijk.
              Bijvoorbeeld: La casa (het huis)
                                        El chico (de jongen)
                                        Las chicas (de meisjes)
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

-ción en -dad zijn vrouwelijke uitgangen.
Bijvoorbeeld: la estación (het station)
                                la ciudad (de stad)

ZN die eindigen op -ista zijn mannelijk en vrouwelijk, afhankelijk van de context.
el/la turista        el/la taxista   el/la dentista

timer
3:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk uitzonderingen

El día = de dag
la mujer = de vrouw
el problema = het probleem
la foto = de foto
la moto = de scooter
la radio = de radio 
timer
2:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandige naamwoorden
In het Spaans kan een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk zijn. ZN krijgen in het meervoud -s of -es.
Bijvoorbeeld: El colegio -> los colegios
                           El señor -> los señores
                           La ciudad -> las ciudades
                           La estación -> las estaciones


timer
2:30

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdstad van Spanje?
A
Barcelona
B
Madrid

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe begroeten Spanjaarden elkaar om 13.00 uur?
A
Buenos días
B
Buenas tardes
C
Buenas noches

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe begroet je iemand om 10 uur 's (22:00) avonds?
A
Buenas tardes
B
Buenas noches
C
Buenos días

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de buurlanden van Spanje?
A
Parijs en Frankrijk
B
Frankrijk en Switzerland
C
Portugal en Frankrijk

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de gele cijfers naar de groene getallen!
uno
dos
tres
cuatro
cinco
seis
siete
ocho
nueve
diez
Once
Doce
Trece
Catorce
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
11
13
14

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat betekent "me gusta"?
A
Ik geef geld uit aan....
B
Ik ben altijd.....
C
Ik houd van, ik vind....leuk/lekker

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent 'porque'?
A
Waarom
B
Omdat

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nosotros vivimos en Amsterdam
A
hij woont in Amsterdam
B
Ik woon in Amsterdam
C
Jullie wonen in Amsterdam
D
Wij wonen in Amsterdam

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vosotros sois
A
Jullie zijn
B
ik ben
C
zij zijn
D
hij is

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué te gusta?
Hacer deportes
cocinar
Leer
Escuchar música
Ir de compras
Dibujar
Bailar
Viajar

Slide 31 - Poll

Voorbeeld!!!!!!!!!!!!

-¿Qué te gusta?
*Me gusta escuchar música ¿ y tú?
-Me gusta leer
Ik heb het onderwerp van vandaag begrepen
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies