VWO4 - 7.1 - de Verlichting

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak 7 - Pruiken & revoluties (1700-1800)

Slide 2 - Tekstslide

Programma deze periode
Week 25 - Toets H6 + introductie 
Week 26 -  7.1 de verlichting + 7.2 ancien regime
Week 27 - 7.2 ancien regime + bespreken toets 
week 28 - 7.3 Revoluties 
Week 29 - 7.4 abolitionisme 
projectweek en vakantie

Toets 
Po slavernij (derde week mei)
In de toetsweek: Toets over tijdvak 1-8
plattegrond

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten tijdvak 7
§7.1: De Verlichting
§7.2 Verlicht absolutisme
§7.3 Democratische revoluties 
§7.4 Abolitionisme en afschaffing slavernij

Slide 4 - Tekstslide

Programma

introductie(5)
1. Theorie + aantekeningen (10)
2. mini-samenvattingsopdracht maken zelfstandig (10) 

3. keuze:
- werken aan opdrachten
- lesopdracht in tweetallen
-

§7.1 De Verlichting  
 
Kenmerkend aspect

Rationeel optimisme       en
‘Verlicht denken’      
dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:

-  godsdienst,
- politiek, 
- economie 
- en sociale verhoudingen 

Rationeel: toepassing van het verstand (de rede) ]
Optimisme: Met een positieve blik iets bekijken

Verlicht denken = Gebruiken van het verstand

Slide 5 - Tekstslide

Tijdvak 5 (renaisance)
Kritische houding + Nieuwsgierigheid = Humanisme

''er zitten fouten in deze oude boeken''

Tot de 17e eeuw was er veel weerstand tegen wetenschap:
  • Vertrouwen in autoriteiten oudheid.
  • Behoudende visie van de Kerk. 

Slide 6 - Tekstslide

Denk even na over de volgende vragen

  • Hoe zag wetenschap eruit in tijdvak 5?
  • Hoe zag wetenschap eruit in tijdvak 6?

Slide 7 - Tekstslide

Tijdvak 6
Wetenschap: Het opdoen van kennis/theorie op basis van experimenten, waarnemingen en het gebruiken van je verstand. 

 Humanisme + Systematische beoefening: = Wetenschappelijke revolutie 
                            


Tijdvak 5
Humanisme gaf eerste aanzet  voor wetenschappelijke revolutie. 

Kritische houding + Nieuwsgierigheid = Humanisme 


Tot 17e eeuw veel weerstand tegen wetenschap: 
  • Vertrouwen in autoriteiten oudheid. 
  • Behoudende visie van de Kerk. 

       
                                              


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Veel filosofen nemen de wetenschappelijke  denkwijze over. 
Want als het gebruik van ratio (het verstand, de rede) door natuurwetenschappers zulke grote positieve gevolgen had, zou dat dan ook niet gelden voor het bestuderen van de mens en de samenleving? 
k

Slide 10 - Tekstslide

vragen die gesteld werden..
  • Waarom zijn deze tradities er?
  • Waarom is dit geloof beter dan het andere?
  • Waarom heeft de koning zoveel macht? en de adel privileges?
  • hoe moet je kinderen goed opvoeden?
  • Wat moet kinderen leren op school?
  • Hoe kan je via onderwijs betere mensen maken?

Slide 11 - Tekstslide


Rationeel optimisme

De verlichte filosofen gingen uit van het vertrouwen dat de samenleving beter en eerlijker kon worden door het gebruik van de ratio*. Dit noemen we rationeel optimisme.
Ratio = het verstand, de rede

Slide 12 - Tekstslide

De verlichting
Niet één land, niet één groep, niet één bepaald idee, niet één mening. 
-Manier van denken: Rationeel Optimisme

Wel zijn er dwarsverbanden te trekken (dingen waar alle verschillende filosofen het over eens lijken te zijn)
  1. Rationeel optimisme
  2. Kennis moet verspreid worden
  3. Gelijkheid
  4. Vrijheid

Slide 13 - Tekstslide

 Leerdoelen (§7.1) 
1. Welk verband is er tussen de wetenschappelijke revolutie (uit tijdvak 6) en de Verlichting. 

2. Leg uit aan welke ouderwetse denkwijzen en houding het rationele denken van de Verlichting een einde aan wilde maken. 

3. Wie was verantwoordelijk voor het Verlichtingsdenken over godsdienst en wat wilde hij bereiken? 

Slide 14 - Tekstslide

Vroeg moderne tijd 
1500-1800
  1. Renaissance: herinteresse in de Klassieke oudheid. (TV5 1500-1600)
  2. Wetenschappelijke revolutie: door zelf te experimenteren en observeren tot de waarheid komen. (Empirisme) (TV6 1600-1700)
  3. De Verlichting: Door gebruik van het verstand konden mensen grote problemen oplossen (Rationeel optimisme)  (TV7 1700-1800)
Erasmus
Newton

Slide 15 - Tekstslide

Vroeg moderne tijd 
1500-1800
  1. Renaissance: herinteresse in de Klassieke oudheid. (TV5 1500-1600)
  2. Wetenschappelijke revolutie: door zelf te experimenteren en observeren tot de waarheid komen. (Empirisme) (TV6 1600-1700)
  3. De Verlichting: Door gebruik van het verstand konden mensen grote problemen oplossen (Rationeel optimisme)  (TV7 1700-1800)
Erasmus
Newton

Slide 16 - Tekstslide

(Huiswerk) Leerdoelen (§7.1) 
1. Leg in jouw eigen in jouw eigen woorden uit welk verband er is tussen de wetenschappelijke revolutie (uit tijdvak 6) en de Verlichting. 

2. Leg uit aan welke ouderwetse denkwijzen en houding het rationele denken van de Verlichting een einde aan wilde maken. 

3. Wie was verantwoordelijk voor het Verlichtingsdenken over godsdienst en wat wilde hij bereiken? 

Slide 17 - Tekstslide

De Verlichting
  • 17e eeuw ontstaat de Verlichting: beweging van mensen die vinden dat met het verstand alleen kan worden verklaard en dat de maatschappij op de rede gebaseerd moet zijn.
  • Dit rationele denken zou leiden tot verbetering en het geluk van de samenleving.
  • Verlichting leidde bijv. tot abolitionisme (afschaffing slavernij)
  • Encyclopédie 


Slide 18 - Tekstslide

1. Welk verband is er tussen de wetenschappelijke revolutie (uit tijdvak 6) en de Verlichting. 
  
  • In de zeventiende eeuw (1600-1700) werd er tijdens de wetenschappelijk revolutie wetenschappers naar de ware kennis gezocht door te experimenteren en te onderzoeken. 
  • In de achttiende eeuw (1700-1800) werd hierop voortgebouwd: er ontstond een denkwijze waarbij optimisme ontstond (een positieve kijk) over de mogelijkheid om met de rede (ratio/het verstand) alles te begrijpen en te verbeteren. 



Slide 19 - Tekstslide

2. Leg uit aan welke ouderwetse denkwijzen en houding het rationele denken van de Verlichting een einde aan wilde maken. 
  • Het rationele denken van de Verlichting wilde een einde maken aan de ‘duisternis’ van onwetendheid, domheid en intolerantie.  (bijv. bijgeloof)

Slide 20 - Tekstslide

3. Wie was de bekendste Verlicht denker over godsdienst en wat wilde hij bereiken? 
Voltaire was een bestrijder van godsdienstige bekrompenheid en bijgeloof, Voltaire wilde het volgende bewijzen: 
  • Hij vond dat alle religies gelijk aan elkaar waren, er kon immers niet bewezen worden wie er gelijk had.
  • Hij was een deïst; hij geloofde dat god de wereld in elkaar had gezet, (als een horloge) Voltaire geloofde daarom niet dat god ingreep in het leven van mensen. 

Slide 21 - Tekstslide

Programma


1. Herhalen vroegmoderne tijd (10 min) 
2. Leerdoel 1, 2, 3 bij §7.1 nakijken (20 min) 
3. Huiswerk leerdoel 4 (20 min) 
4. restant huiswerk
§7.1 De Verlichting  
 
Kenmerkend aspect

Rationeel optimisme       en
‘Verlicht denken’      
dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:

-  godsdienst,
- politiek, 
- economie 
- en sociale verhoudingen 

Rationeel: toepassing van het verstand (de rede) ]
Optimisme: Met een positieve blik iets bekijken

Verlicht denken = Gebruiken van het verstand

Slide 22 - Tekstslide

TV 7 Pruiken en revoluties 1700-1800
Op de achtergrond een proef met een elektriseermachine in Felix Meritis (Verlichting), op de voorgrond de guillotine (Franse revolutie) 



Slide 23 - Tekstslide

1. Welk verband is er tussen de wetenschappelijke revolutie (uit tijdvak 6) en de Verlichting. 
  
  • In de zeventiende eeuw (1600-1700) werd er tijdens de wetenschappelijk revolutie wetenschappers naar de ware kennis gezocht door te experimenteren en te onderzoeken. 

  • In de achttiende eeuw (1700-1800) werd hierop voortgebouwd: er ontstond een denkwijze waarbij optimisme ontstond (een positieve kijk) over de mogelijkheid om met de rede (ratio/het verstand) alles te begrijpen en te verbeteren. 



Slide 24 - Tekstslide

2. Leg uit aan welke ouderwetse denkwijzen en houding het rationele denken van de Verlichting een einde aan wilde maken. 
  • Het rationele denken van de Verlichting wilde een einde maken aan de ‘duisternis’ van onwetendheid, domheid en intolerantie.  (bijv. bijgeloof)

Slide 25 - Tekstslide

3. Wie was de bekendste Verlicht denker over godsdienst en wat wilde hij bereiken? 
Voltaire was een bestrijder van godsdienstige bekrompenheid en bijgeloof, Voltaire wilde het volgende bewijzen: 
  • Hij vond dat alle religies gelijk aan elkaar waren, er kon immers niet bewezen worden wie er gelijk had.
  • Hij was een deïst; hij geloofde dat god de wereld in elkaar had gezet, (als een horloge) Voltaire geloofde daarom niet dat god ingreep in het leven van mensen. 

Slide 26 - Tekstslide

Pak je boek (en je schrift)
timer
1:00

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag 

Werk het volgende kenmerkende aspect uit: Rationeel optimisme en ‘Verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
1) zet de betekenis van de begrippen in je schrift.
2) Zoek belangrijke verlichte ideeën over
- godsdienst,
- politiek,
- economie 
en sociale  verhoudingen
HUISWERK:
3/6/8/10/12


timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht denkers (presentatie)

Slide 29 - Tekstslide

Kahoot tijdvak 7

Slide 30 - Tekstslide

HERHALING Schrijf op:
A. In de renaissance haalde geleerde kennis uit:
B. In de wetenschappelijke revolutie verkregen ze kennis door:
C. Tijdens de Verlichting ontstond rationeel optimisme.

Slide 31 - Open vraag