Les 3: Basis: basisstof 5 Gedrag

Thema 5, basisstof 5 Gedrag 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 5, basisstof 5 Gedrag 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Huiswerk noteren in je agenda
Huiswerk controle
Lesdoelen
Uitleg thema 5, basisstof 5
Aan de slag!  
Let op!! SO Thema 5 basisstof 1 t/m 3 vandaag!!



Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk Thema 5.5
Klas 1A: Vrijdag 26 mei 4e uur.

Lezen: Blz 94: basisstof 5 Gedrag.
Maken: Blz 95: 1-2-3-4-5-6-7-8

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk Thema 5.5
Klas 1B: Maandag 22 mei - 5e uur.

Lezen: Blz 94: basisstof 5 Gedrag.
Maken: Blz 95: 1-2-3-4-5-6-7-8

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk controle!!!
Hoe is het huiswerk gemaakt?
Nog moeilijkheden?

Steekproef 5x

Slide 5 - Tekstslide


Horen, zien, ruiken en voelen horen bij het levensverschijnsel......
A
ademhalen
B
waarnemen
C
de huid, de ogen, de neus, de oren
D
groeien

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoelen
  •  Je kunt beschrijven hoe een bewuste reactie ontstaat.
  • Je kunt beschrijven wat gedrag is.
  • Je kunt benoemen waardoor gedrag wordt bepaald.



Slide 7 - Tekstslide

Eerst even herhalen waar zit ook alweer wat?
licht
smaak
in de huid
gehoorzintuig
geur

Slide 8 - Sleepvraag

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Hoornlaag

Slide 9 - Sleepvraag

Zijn je oren via zenuwen aan je hersenen verbonden?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Welk zintuig reageert op het
licht van een stoplicht?
A
oren
B
neus
C
tong
D
ogen

Slide 11 - Quizvraag

Welk orgaan maakt impulsen als het trillingen opvangt?
A
Gehoorzintuig
B
Oren
C
Lichtzintuig
D
Hersenen

Slide 12 - Quizvraag

Welk onderdeel regelt de luchtdruk in je oren?
A
Buis van Eastachius
B
Gehoorbeentjes
C
Oorschelp
D
Trommelvlies

Slide 13 - Quizvraag

Welk dier kan zijn oren schoonmaken met zijn tong?
A
Vos
B
Slingeraap
C
Giraf
D
Nijlpaard

Slide 14 - Quizvraag

Zintuigen geven seintjes af; die gaan via de zenuwen naar de...
A
ogen
B
oren
C
hersenen
D
prikkels

Slide 15 - Quizvraag

Drukzintuigen liggen in de oren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Waar dient oorsmeer voor?
A
Schoonhouden van oor
B
Soepel houden van trommelvlies
C
Het heeft geen functie
D
Om je oren te smeren

Slide 17 - Quizvraag

warm
koud
rode huid
bleke huid
zweet
rillen
haartjes  rechtop
haartjes  liggen

Slide 18 - Sleepvraag

Gedrag
Alles wat een mens of dier doet, is gedrag, bijvoorbeeld lachen en naar iets kijken. Ook geluiden maken, slapen en zelfs gewoon stilstaan horen bij gedrag.

Slide 19 - Tekstslide

Respons
Reactie op een prikkel
Gedrag bestaat uit reacties op prikkels. Dingen die je doet noem je handelingen
Prikkels Stoppen voor rood licht is een bewuste reactie.
Aangeleerd gedrag of aangeboren gedrag?

Slide 20 - Tekstslide

Gedrag
Alles wat een mens of dier doet, is gedrag. Gedrag bestaat uit reacties op prikkels. Stoppen voor een rood licht is gedrag. Door rood rijden is ook gedrag.

 

Dingen die je doet, noem je handelingen. Bijvoorbeeld zitten, opstaan, slapen of naar iets kijken. Gedrag bestaat uit handelingen.

Je kunt zelf bepalen welk gedrag je laat zien. Wanneer je ziet dat een klasgenoot de fietsband van je vriend laat leeglopen, kun je kiezen. Of je zegt er iets van, of je doet alsof je het niet ziet.

Slide 21 - Tekstslide

Aangeboren of aangeleerd
Gedrag is voor een deel aangeboren en voor een deel aangeleerd

Zuigen aan de tepel van de moeder is aangeboren gedrag

Een peuter die met een lepel kan eten is aangeleerd gedrag

Slide 22 - Tekstslide

Waarden en normen
Het gedrag van mensen is anders dan dat van dieren, want mensen denken na over hun gedrag. Ze beoordelen ook het gedrag van anderen. Afwijkend gedrag wordt vaak slecht gevonden.

Veel mensen vinden het prettig als andere mensen ongeveer hetzelfde gedrag vertonen als zijzelf. Mensen hebben daarom normen en waarden voor hun gedrag.

Waarden zijn dingen die mensen belangrijk vinden in het leven. Bijvoorbeeld: eerlijkheid, respect, rechtvaardigheid en vrijheid. Normen zijn gedragsregels. Bijvoorbeeld: je mag niet stelen.

Normen horen bij waarden. Bij de waarde ‘eerlijkheid’ hoort de norm ‘je mag niet stelen’. Door normen en waarden kunnen mensen beter samenleven.


Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag! Thema 5.5
Wat?  Huiswerk: Lezen: blz.94 Maken: 1-2-3-4-5-6-7-8
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  Tot het einde van de les.
Uitkomst, wat doen we ermee? De volgende les wordt random het huiswerk gecheckt en kijken jullie elkaars huiswerk na.
Klaar? Leren voor het SO Basisstof 1 t/m 3
              Online: test-je-zelfs

               



timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide