Manier 1 Signaalwoorddeze week (het tijdvak is nog bezig/je zit er nog in) = PERFECTO
gisteren (het tijdvak is afgesloten/ duidelijk begin en eind) = INDEFINIDO
toen ik klein was (onduidelijk wanneer precies / géén duidelijk begin en eind) = IMPERFECTO
ÓF
Manier 2 Vraag stellen (bij kiezen tussen indefinido/imperfecto)
Was het er al? = IMPERFECTO
Gebeurde het? = INDEFINIDO