Flexles

De middeleeuwen beginnen in het jaar
A
200
B
400
C
1500
D
500
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

De middeleeuwen beginnen in het jaar
A
200
B
400
C
1500
D
500

Slide 1 - Quizvraag

Hoe heet de tijd van 3000 v.C. tot 500 n.C.
A
Middeleeuwen
B
Prehistorie
C
Oudheid
D
Geen van deze antwoorden is goed

Slide 2 - Quizvraag

Wie waren de Romeinen?
A
Een popband
B
Een volk uit de middeleeuwen
C
De Romeinen zijn een volk dat leefde in Rome en Italië tot het jaar 500
D
De Romeinen leven in Rome, Italie.

Slide 3 - Quizvraag

De Tijd van de Romeinen is jonger dan de Tijd van de Grieken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

De oppergod bij de Grieken was
A
Hades
B
Jupiter
C
Zeus
D
Poseidon

Slide 5 - Quizvraag

Welke dochter van Zeus was beschermgodin van een belangrijke stad?
A
Hera
B
Juno
C
Demeter
D
Athene

Slide 6 - Quizvraag

De tijd van de Grieken en Romeinen loopt van
A
300 v.Chr. tot 500 n. Chr.
B
3000 v.Chr. tot 500 n. Chr.
C
3000 v. Chr. tot 500 v. Chr.
D
3000 v. Chr. tot 5000 n. Chr.

Slide 7 - Quizvraag

Julius Caesar leefde in de:
A
3e eeuw V. Chr.
B
2e eeuw V. Chr.
C
1e eeuw V. Chr.
D
1e eeuw N. Chr.

Slide 8 - Quizvraag

Uiteindelijk is er in dit tijdvak sprake van het Zuid-Romeinse Rijk en het Noord-Romeinse Rijk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Welke tijd komt NA de tijd van jagers en boeren?
A
De tijd van monniken en ridders?
B
De tijd van steden en staten?
C
De tijd van Grieken en Romeinen
D
De tijd van ontdekkers en hervormers

Slide 10 - Quizvraag

Uit welke periode hebben we GEEN geschreven bronnen?
A
Tijd van jagers en boeren?
B
De tijd van Grieken en Romeinen
C
Tijd van monniken en ridders?
D
De tijd van regenten en vorsten

Slide 11 - Quizvraag

De volgende personen komen in dit tijdvak voor:
A
Cleopatra, Toetanchamon, Caesar.
B
Pericles, Cleopatra, Augustus, Karel de Grote
C
Jezus, Caesar, Ramses II
D
Jezus, Caesar, Augustus, Pericles

Slide 12 - Quizvraag

Wie had in de Egyptische samenleving NA de farao de grootste macht?
A
vizier
B
consul
C
slaaf
D
graaf

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer werd Napoleon Bonaparte geboren
A
34 september 1796
B
15 augustus 1769
C
1 april 2016
D
23 januari 1755

Slide 14 - Quizvraag

Wie stichtte Rome in 753 voor Chr. ?
A
Augustus
B
Wolvin
C
Mars
D
Romelus en Remus

Slide 15 - Quizvraag

Wie was Hippocrates?
A
Griekse leider
B
filosoof
C
een arts
D
orakel

Slide 16 - Quizvraag

Hoe is Julius Ceasar vermoord?
A
zwaard door zijn hoofd
B
23 dolken steken
C
kruisigen

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kwam het dat de Griekse cultuur zich door de hele wereld verspreidde?
A
doordat de Griekse priesters erop uit trokken om het geloof te vertellen
B
doordat Alexander de Grote heel veel oorlog voerde en de Griekse cultuur invoerde
C
omdat iedereen die Griekenland binnenkwam moest beloven om in hun eigen land over de cultuur te vertellen
D
doordat de Perzische koning geïnteresseerd was in de Griekse cultuur

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer eindigde de eerste wereldoorlog?
A
1919
B
1920
C
1918
D
1925

Slide 19 - Quizvraag