4.3 Kracht, massa en versnelling

4.3 Kracht, massa en versnelling
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.3 Kracht, massa en versnelling

Slide 1 - Tekstslide

Vragen over 1-8 uit 4.2?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
4.3.1 Je kunt het begrip traagheid uitleggen.
4.3.2 Je kunt berekeningen maken met de tweede wet van Newton: F = m ∙ a
4.3.3 Je kunt de remkracht op een voertuig berekenen door gebruik te maken van de vertraging.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer fiets je sneller weg?
A
Als je alleen op je fiets zit
B
Als je met iemand achterop gaat fietsen

Slide 4 - Quizvraag

Traagheid (afremmen)

  • Een voorwerp met een grote massa is moeilijker af te remmen
  • Het heeft een grote traagheid. 
  • Er is een grote resultante nodig om de snelheid of de bewegingsrichting merkbaar te beïnvloeden.

Slide 5 - Tekstslide

Tweede wet van Newton
De tweede wet van Newton legt een verband tussen:
Resultante kracht , massa en versnelling
Fres=ma

Slide 6 - Tekstslide



Fres  =    resultante kracht    (N)
m       =    massa                           (kg)
a         =    versnelling                 (m/s2)
Fres=ma

Slide 7 - Tekstslide

Hoe bereken ik versnelling ook alweer?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Samen oefenen

In figuur 3 zie je een auto en een motor naast elkaar staan. De massa van de auto (inclusief de bestuurder) is 900 kg, die van de motor is 300 kg.

De auto en motor trekken beide op. Op beide voertuigen werkt daarbij een resultante van 1,8 kN.
Bereken de versnelling van beide voertuigen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

  • Met de tweede wet van Newton, kan ik ook de resultante op een remmend voertuig berekenen.

  • a staat dan voor de remvertraging (de snelheidsafname per seconde). 
  • F staat voor de totale remkracht op het voertuig
  • F en a zijn dan mingetallen

Slide 12 - Tekstslide

Vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Nu zelf oefenen

Slide 14 - Tekstslide

Een elektrische scooter trekt in 2,5 s op van 0 naar 36 km/h. De scooter heeft inclusief bestuurder een massa van 160 kg. Je mag aannemen dat de beweging eenparig versneld is.
Bereken de resultante die de scooter laat versnellen

Slide 15 - Open vraag

Een elektrische scooter trekt in 2,5 s op van 0 naar 36 km/h. De scooter heeft inclusief bestuurder een massa van 160 kg. Je mag aannemen dat de beweging eenparig versneld is.
Bereken de versnelling

Slide 16 - Open vraag

En nu:
Eerst de paragraaf lezen in stilte
Daarna maken 1-6

Slide 17 - Tekstslide