Les 1 - Deel 1

Welkom in VO1
In het voortgezet onderwijs staan teksten centraal. 
Vanuit teksten leren we:
lezen
schrijven
spreken
luisteren 
woordenschat
taalverzorging
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom in VO1
In het voortgezet onderwijs staan teksten centraal. 
Vanuit teksten leren we:
lezen
schrijven
spreken
luisteren 
woordenschat
taalverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tekstdoelen en tekstsoorten
Een tekst wordt niet zomaar geschreven. Een schrijver heeft altijd een doel voor ogen. Maar welk doel? Hoe je achter het doel van een tekst komt, ga je vandaag leren. Ook leer je wat tekstsoorten hier mee te maken hebben.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om een doel te bereiken ga je altijd op zoek naar het beste middel...... de meest passende tekstsoort.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

'Een broek voor iedereen'
informatieve tekst:
- tekstdoel
- structuur tekst
- opbouw tekst
informatie:
- passend bij het onderwerp
- in goede zinnen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

woorden voor kledingstukken
?
?
?
?
?
?
bloes
spijkerjasje
T-shirt
jurk
spijkerbroek
korte broek

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Praten over kleding...........

  1. Welke kledingstukken draag jij vandaag?
  2. Welke kledingstukken draag jij nooit?
  3. Welke kledingstukken draag jij het liefst? 

Slide 9 - Tekstslide

werkvorm: draai en praat
2-tallen - geef 3 minuten - na 1,5 minuut van rol wisselen
Structuur van de tekst = de opbouw

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin klopt?
A
De titel staat boven de tekst.
B
De titel staat onder de tekst.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin klopt?
A
De inleiding is cursief (schuin) gedrukt.
B
De inleiding is vet gedrukt.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin klopt?
A
De inleiding is de eerste alinea van de tekst.
B
De inleiding is de tweede alinea van de tekst.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin klopt?
A
Het eerste kopje staat op regel 5.
B
Het eerste kopje staat op regel 10.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin klopt?
A
De tekst heeft twee kopjes.
B
De tekst heeft drie kopjes.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin klopt?
A
Het slot staat aan het begin van de tekst.
B
Het slot staat aan het eind van de tekst.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin klopt?
A
De bron staat boven de tekst.
B
De bron staat onder de tekst.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk eerst naar de opbouw van de tekst.

Vragen: 
  1. Wat is de titel?
  2. Hoeveel regels heeft de inleiding?
  3. Welk kopje staat boven de tweede alinea?
  4. Wat zie je op het plaatje?

Slide 18 - Tekstslide

vragen mondeling bespreken - kan ook draai en praat
Lees de inleiding

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee vragen worden in de inleiding gesteld?

Slide 20 - Open vraag

Sinds wanneer bestaat de spijkerbroek?
En Waarom noemen we deze broek een spijkerbroek?
Lees de rest van de tekst.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke alinea lees je wie Levi Strauss was?
A
de inleiding
B
alinea 2
C
alinea 3

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke alinea lees je hoeveel spijkerbroeken Nederlanders kopen?
A
de inleiding
B
alinea 2
C
alinea 3

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke alinea lees je over het goede idee van de kleermaker?
A
de inleiding
B
alinea 2
C
alinea 3

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan jij de synoniemen vinden?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel synoniemen had je gevonden?
0100

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Kan jij de tegenstellingen vinden?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel tegenstellingen had je gevonden?
0100

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

omschrijvingen
Lees de tekst nog een keer.
Zoek de juiste omschrijving van de woorden.

Slide 29 - Tekstslide

vragen mondeling bespreken - kan ook draai en praat
Hoeveel mensen wonen in Nederland?
A
15 miljoen
B
meer dan 15 miljoen
C
minder dan 15 miljoen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het antwoord op de eerste vraag uit de inleiding?

(Sinds wanneer bestaat de spijkerbroek?)
A
sinds 1847
B
sinds 1872
C
sinds 1891

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het antwoord op de tweede vraag uit de inleiding?

(Waarom noemen we deze broek een spijkerbroek?)
A
omdat de broek voor goudzoekers werd gemaakt.
B
omdat de kleermaker deze naam heeft bedacht.
C
omdat de zakken met spijkers vast werden gemaakt aan de broek.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de zin:

Samen met Levi Strauss kocht hij het patent op dit idee. (r. 18)
A
De kleermaker en Levi Strauss kochten het recht dat alleen zij broeken met spijkers mochten produceren.
B
De kleermaker en Levi Strauss kochten sterke stof voor de spijkerbroeken.
C
De kleermaker en Levi Strauss verkochten de spijkerbroeken aan goudzoekers.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welk jaar konden Levi Strauss en de kleermaker als enige mensen in de wereld geld verdienen aan de spijkerbroeken?
A
Dat staat niet in de tekst.
B
tot 1872
C
tot in 1891

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van deze tekst?

Slide 35 - Open vraag

informeren
Welke tekstsoort heeft de schrijver gebruikt om dit doel te halen?

Slide 36 - Open vraag

informatieve tekst
Heeft de schrijver zijn doel bereikt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies