backup 4havo 1.3 en 1.4

Plantaardige en dierlijke cellen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kent het verschil in bouw tussen een plantaardige cel en een dierlijke cel
-

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

normale microscopie

Slide 6 - Tekstslide

Elektronen microscoop

Slide 7 - Tekstslide

Digi enzyme

Slide 8 - Tekstslide

Cel organellen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Binas paraat?
Noteer functie per organel en waar deze in Binas te zien is

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

& transport

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

celmembraan   

Slide 17 - Tekstslide


Slide 18 - Open vraag

Mito-
chondrium




Chloroplast
Welke pagina in Binas?

Slide 19 - Tekstslide

Celskelet

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Wie zou het leuk vinden om soms extra binnen en buiten de les practica te doen (bijv. rat ontleden)?
Wie zouden er op hoger tempo kunnen en willen werken hiervoor?

Slide 23 - Open vraag


Wat is onderdeel B?
A
Bladgroenkorrel
B
Ribosoom
C
Celkern
D
Mitochondrium

Slide 24 - Quizvraag


Wat is onderdeel E?
A
Golgi-systeem
B
Endoplasmatisch reticulum
C
Celmembraan
D
Schijfjesstapel

Slide 25 - Quizvraag

In welk organel vindt fotosynthese plaats?
A
Mitochondrium
B
Chloroplast
C
Celkern
D
Cytoplasma

Slide 26 - Quizvraag

Which cell organelle controls the cell?
A
Chloroplast
B
Mitochondrium
C
Nucleus
D
Cell membrane

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een uniek kenmerk van een dierlijke cel?
A
Heeft een celkern
B
Heeft een mitochondrium
C
Heeft geen celwand
D
Heeft geen vacuole

Slide 28 - Quizvraag

Tijdens diepe slaap worden eiwitten in zenuwcellen aangemaakt.
Welk organel zorgt of welke organellen zorgen voor transport van deze eiwitten in een zenuwcel?
A
Ribosoom
B
Mitochondrium
C
ER
D
Chromosoom

Slide 29 - Quizvraag

Eigenlijk moest er nóg een organel genoemd worden, welke?

Slide 30 - Tekstslide

Hoe heet een blaasje waar enzymen in vervoerd of opgeslagen worden?
A
Golgi
B
Lysosoom
C
Vesicle
D
Vacuole

Slide 31 - Quizvraag