5.3

Welkom allemaal!



Zoek je plek op
pak je spullen voor je
zorg dat je klaar zit.
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!



Zoek je plek op
pak je spullen voor je
zorg dat je klaar zit.

Slide 1 - Tekstslide

20 m/s = ...... km/h
A
72
B
20
C
5,6
D
40

Slide 2 - Quizvraag

100 km/h = ? m/s
A
28 m/s
B
360 m/s

Slide 3 - Quizvraag

Gemiddelde snelheid
formules: 
gemiddelde snelheid = afstand : tijd. 
afstand = gemiddelde snelheid x tijd. 
tijd = afstand : gemiddelde snelheid.

Slide 4 - Tekstslide

Op de racefiets fiets ik van mijn huis naar school in 1,5 uur. De afstand is ongeveer 50 km. Hoe moet ik dan de gemiddelde snelheid berekenen?
A
1,5 : 50
B
50 : 1,5
C
1,5 x 50
D
50 x 1,5

Slide 5 - Quizvraag

Je rijdt in de auto van Amersfoort naar Amsterdam. De gemiddelde snelheid is 80 km/h en de afstand is 40 km. Hoe lang zal je er over doen?

Slide 6 - Open vraag

Iemand fiets met 20 km/h naar school en doet er 60 minuten over. Wat is de afstand?

Slide 7 - Open vraag

Een auto rijdt een uur en een kwartier met een snelheid van 100 km/h. Hoeveel km legt hij af?
A
115 km
B
95 km
C
130 km
D
125 km

Slide 8 - Quizvraag

Johan fietst 15 km met een snelheid van 18 km/h. Hoelang doet Johan hierover?
A
0,83 uur
B
1,2 h
C
0,08 h
D
3 h

Slide 9 - Quizvraag

Een sprinter legt 100 m af in 10,4 sec. Wat is zijn gemiddelde snelheid
A
9,6 m/s
B
10.4 m/s
C
1040 m/s
D
104 m/s

Slide 10 - Quizvraag

Uitleg paragraaf 3:
Soorten bewegingen

Welke 3 soorten bewegingen ken je?

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg paragraaf 3:
Soorten bewegingen

Er zijn 3 soorten bewegingen:
1) Versnellen
2) Constant
3) Vertragen

Slide 12 - Tekstslide

Versnellen
Je snelheid
wordt steeds
groter.

Slide 13 - Tekstslide

Constant
Snelheid blijft
steeds gelijk.

Slide 14 - Tekstslide

Vertragen
Snelheid wordt
steeds kleiner

Slide 15 - Tekstslide

Als ik op mijn fiets stap en steeds harder ga fietsen, dan ben ik aan het .........
A
Versnellen
B
Vertragen

Slide 16 - Quizvraag

En na de finish?
A
Constant
B
Versnellend
C
Vertragend

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor soort beweging zullen de cheeta en formule 1 auto hebben tot dit moment?
A
Constant
B
Versnellend
C
Vertragend

Slide 18 - Quizvraag

Wat voor soort beweging is dit?
A
Versneld
B
Constant
C
Vertraag

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor soort beweging is dit?
A
Versneld
B
Constant
C
Vertraag

Slide 20 - Quizvraag

Wat voor soort beweging is dit?
A
Versneld
B
Constant
C
Vertraag

Slide 21 - Quizvraag

Waardoor wordt de bestuurder met optrekken in de stoel geduwd wordt?
A
Vertraging
B
Weerstand
C
Traagheid
D
Arbeid

Slide 22 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Wat moet je doen?
Begin met het lezen van paragraaf 3 Soorten beweging (vanaf blz. 28)
Maken opdracht 1 t/m 12

Slide 23 - Tekstslide

In gedeelte C is sprake van ...
A
Constante snelheid
B
Vertraging
C
Versnelling
D
Stil staan

Slide 24 - Quizvraag

wat voor soort
beweging is dit?
A
versnellen
B
vertragen
C
constante snelheid
D
stilstaan

Slide 25 - Quizvraag

Wat kan je zeggen over de snelheid?
A
Het is 0 m/s
B
Die is constant
C
Er is een versnelling
D
Niks

Slide 26 - Quizvraag

Wat kan je zeggen over de snelheid?
A
Het is 0 m/s
B
Het is constant
C
Er is een versnelling
D
Niks

Slide 27 - Quizvraag

Hoe ziet het verloop van de afstand tegen de tijd eruit voor de versnelling naar 100 km/h?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 28 - Quizvraag

Welke beweging is hiernaast rood gemarkeerd?
A
Stilstand.
B
Constante snelheid.
C
Versnelling.
D
Vertraging.

Slide 29 - Quizvraag

Hier is sprake van
A
een constante snelheid
B
stil staan
C
een versnelling
D
een vertraging

Slide 30 - Quizvraag

Wat is dit voor een
beweging
A
Versnelling
B
Constante snelheid
C
stilstaan
D
vertraging

Slide 31 - Quizvraag

Welke beweging is hiernaast rood gemarkeerd?
A
Stilstand.
B
Constante snelheid.
C
Versnelling.
D
Vertraging.

Slide 32 - Quizvraag

wat voor soort
beweging is dit?
A
versnellen
B
vertragen
C
constante snelheid
D
stilstaan

Slide 33 - Quizvraag

Op welk punt is de fietser aan het versnellen?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 34 - Quizvraag