Wk 27: breuken: vereenvoudigen, optellen en aftrekken

BREUKEN

1 / 38

Slide 1: Tekstslide

RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Lesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BREUKEN

Slide 1 - Tekstslide

Breuken

Terugblik (Grafieken)

Doel van de les

Theorie

Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

- De leerlingen kunnen een breuk vereenvoudigen.

- De leerlingen kunnen een breuk gelijknamig maken.

- De leerlingen kunnen gelijknamige breuken optellen en aftrekken.

- De leerlingen kunnen ongelijknamige breuken optellen en aftrekken.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Kies het goed antwoord

timer

0:10

1/2 > 1

1/2 = 1

1/2 < 1

Slide 9 - Quizvraag

Kies het goed antwoord

timer

0:10

7/4 > 1

7/4 = 1

7/4 < 1

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Haal de helen eruit:

\frac{​ 1 7 ​ ​}{​ 3 ​} =

\frac{​ 1 3 ​ ​}{​ 5 ​} =

\frac{​ 1 6 ​ ​}{​ 7 ​} =

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Vereenvoudig de breuken:

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 8 ​} =

\frac{​ 2 8 ​ ​}{​ 4 8 ​} =

\frac{​ 3 3 ​ ​}{​ 5 5 ​} =

Slide 15 - Tekstslide

timer

0:15

Schrijf de breuk 5/3 als samengestelde breuk

Slide 16 - Woordweb

timer

0:15

Schrijf de breuk 13/4 als samengestelde breuk

Slide 17 - Woordweb

Breuken optellen en aftrekken

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoel

Je leert hoe je breuken optelt en aftrekt.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Stappenplan breuken optellen/aftrekken

Breuken gelijknamig maken

Teller (bovenkant) optellen/aftrekken

Noemer(onderkant)

optellen/aftrekken

Vereenvoudigen

Slide 21 - Sleepvraag

Breuken gelijknamig maken

Het doel van gelijknamig
maken is om een gelijke
noemer te krijgen. Alleen
breuken met een gelijke noemer

kunnen bij elkaar opgeteld en

afgetrokken worden.

Slide 22 - Tekstslide

Maak gelijknamig:

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} e n \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} =

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} e n \frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} e n \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} =

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} e n \frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​} =

Slide 23 - Tekstslide

Breuken optellen/aftrekken

Wanneer de breuken gelijknamig zijn,
mag je de tellers optellen.

De noemers blijven gelijk.

Slide 24 - Tekstslide

Tel op:

2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} =

Slide 25 - Tekstslide

Tel op:

1 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

Slide 26 - Tekstslide

Maak gelijknamig en tel op:

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 27 - Tekstslide

Maak gelijknamig en tel op:

5 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} =

Slide 28 - Tekstslide

Maak gelijknamig en tel op:

1 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

Slide 29 - Tekstslide

Maak gelijknamig en tel op:

1 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 30 - Tekstslide

Maak gelijknamig en tel op:

2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 7 ​ ​}{​ 8 ​} =

Slide 31 - Tekstslide

Maak gelijknamig en tel op:

3 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} =

Slide 32 - Tekstslide

Los de onderstaande som op

1 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 5 ​} - \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 33 - Open vraag

Reken uit en vereenvoudig evt.

2 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} - \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

Slide 34 - Tekstslide

Reken uit en vereenvoudig evt.

3 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} - \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} =

Slide 35 - Tekstslide

Reken uit en vereenvoudig evt.

4 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} - \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 36 - Tekstslide

Reken uit en vereenvoudig evt.

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} - \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​} =

Slide 37 - Tekstslide

2 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

+

+

+

+

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

+

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​}

+

7 2/3

1 1/12

6 7/12

5/12

2/3

5 11/12

8/12

79/12

Slide 38 - Sleepvraag

Wk 27: breuken: vereenvoudigen, optellen en aftrekken

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Sleepvraag

Meer lessen zoals deze

Hoofdstuk 5 les 1 en 2

4.2 Breuken optellen en aftrekken deel 2 09-12-20

2.5 breuken optellen met helen

Breuken optellen, aftrekken en vereenvoudigen

b1b 2.2.1 Breuken Vereenvoudigen en Optellen

b1a 2.2.1 Breuken Vereenvoudigen en Optellen

4.3 Negatieve breuken

breuken optellen en aftrekken