Par 6.6_3H_deel 1

Par 6.6_3V_deel 1
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Par 6.6_3V_deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
  • Ga rustig op je plek plattegrond zitten
  • Doe je jas uit, pak je boek, schrift, computer pen. 
  • Laat je computer nog even dicht

Slide 2 - Tekstslide

Agenda les 1 en 2
  • Leerdoelen par 6.6 deel 1
  • uitleg par 6.6 deel 1: box 1 inkomen uit werk en woning
  • Leerdoelen par 6.6 deel 2
  • uitleg par 6.6 deel 2: box 3 inkomen uit vermogen
  • Opgaven par 6.6
  • Zelf aan de slag/ huiswerk
  • afsluiten les

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 6.6 deel 1
  • Je kunt het belastingsysteem van NL beschrijven (boxen)
  • Je kunt vanuit het bruto inkomen het netto inkomen uitrekenen.
  • Je weet wat bijtellingen en aftrekposten zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Inkomstenbelasting

Slide 6 - Tekstslide

Samenvatting stappenplan
  1. Neem het bruto inkomen
  2. Bereken het belastbaar inkomen
  3. Bereken met het belastbaar inkomen het belastingbedrag in de schijven
  4. Bereken de belasting in box 2 en 3
  5. Bereken het totaal aan belastingen
  6. Trek de heffingskortingen af van het bedrag van stap 5.
  7. Bereken het netto inkomen 

Slide 7 - Tekstslide

Stap 1: Bruto inkomen
  • Staat op je salarisstrook die je elke maand van je werkgever ontvangt. 
  • Is niet hetzelfde als netto-inkomen (= bedrag wat je op je bankrekening krijgt)
Modaal inkomen= meest voorkomende inkomen (is dus niet hetzelfde als gemiddeld inkomen)

Slide 8 - Tekstslide

Stap 2: Bereken belastbaar inkomen
Belastbaar inkomen = bruto inkomen – aftrekposten + bijtelling 
Bruto inkomen =          € 100.000,00
Aftrekposten =              €    6.000,00   -   (hyp.rente: 2% van €300.000) 
Bijtelling =                       €    2.000,00   +   (eigenwoningforfait uitleg berekening                                                                                    volgt later)
Belastbaar inkomen = € 96.000,-


Slide 9 - Tekstslide

Stap 3: Bereken het belastingbedrag in de schijven met het belastbaar inkomen van 96.000 in 2025
  • Belastbaar inkomen uit stap 2 = € 96.000,- 
  • over de 1e €38.441 betaal je 36,93%
  • dus €38.441:100x 35,82 = €13.769,57
  • Over het MEERDERE betaal je tot €76.817 aan inkomen 49,5%
  • dus 76.817 - 38.441= €38.376 aan inkomen wat in 2e schijf valt.
  • dus€ 38.376:100 x 37,48= €14.383,32
  • Over het MEERDERE boven 76.817 betaal je 49,5% belasting
  • Dus 96.000-76.817= €19.183
  • €19.183:100x49,5=€ 9.495,59
  • Totaal belastingbedrag stap 3:
    €13.769,57 + €14.383,32 + 9.495,59 = €37.648,48 
  • Afgerond dus € 37.648,-


Bereken stap 3 in je schrift
Je hebt 5 minuten
Fluisterend overleg tweetal toegestaan

Slide 10 - Tekstslide

Stap 4: Bereken de belasting in box 2 en 3
Wordt volgende les behandeld

Slide 11 - Tekstslide

Stap 5: Bereken het totaal aan belasting 
Belasting Box 1 + belasting Box 2 + belasting Box 3 (volgende les)

Slide 12 - Tekstslide

Mag je in mindering brengen op te betalen belastingen
maximaal dit bedrag

Slide 13 - Tekstslide

Arbeidsinkomen €96.000 > arbeidskorting €2.153,-

Slide 14 - Tekstslide

Mag je in mindering brengen op te betalen belastingen
maximaal dit bedrag
= inkomen box 1,2 en 3

Slide 15 - Tekstslide

Stap 6: Trek de heffingskortingen af van het berekende bedrag bij stap 5 
  • Stel stap 5 totale inkomstenbelasting box 1 t/m 3 is € 38.075,-
  • Je hebt recht op algemene (€0) en arbeidskorting (€2.153).
  • Dus €38.339 - €2.456- €0=€ 35.883,-aan belastingen te betalen
Bedragen Heffingskortingen
worden gegeven in opgaven en toets.

Slide 16 - Tekstslide

Stap 7: Bereken het netto inkomen
  • Netto inkomen = Bruto inkomen - berekende inkomstenbelasting stap 6


Bruto inkomen
€100.000
- berekende inkomstenbelasting
€  35.883
Netto inkomen
€ 64.117

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 1 paragraaf 6.6
  • maak opgave 1 paragraaf 6.6 advies op papier te doen
  • Online staan de opgaven in V-trainer 
  • Je hebt 10 minuten
  • Hoe: zelfstandig en e.v.t. stil fluisterend overleg na 5 minuten met degene naast je.
  • Klaar: ga verder met opgave 2 en 3.

Slide 18 - Tekstslide

Afsluiten les
  • Je kunt het belastingsysteem van NL beschrijven (boxen)
  • Je kunt vanuit het bruto inkomen het netto inkomen uitrekenen.
  • Je weet wat bijtellingen en aftrekposten zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 6.6 deel 2
  • Je kunt het begrip fictief rendement omschrijven en berekenen.
  • Je kunt de te betalen belasting box 3 inkomen uit vermogen berekenen.
  • Je kunt het begrip progressief, draagkrachtbeginsel en vlaktaks in eigen woorden omschrijven.

Slide 20 - Tekstslide

Begrippen
  • Inkomstenbelasting is progressief want de hogere inkomens betalen in verhouding meer belasting dan de lagere inkomens.
  • Draagkrachtbeginsel: sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
  • Vlaktax: 1 belastingtarief voor elk inkomen b.v. 50%

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld vanaf 2022
Belastingdienst
Bij spaargeld

Slide 22 - Tekstslide

Zelf aan de slag/Huiswerk
  • lees paragraaf 6.6 box 1
  • Zorg dat het stappenplan uit je hoofd leert en begrijpt
  • Maak opgave 1 t/m 6 af in je schrift
  • Let op: opgave 6 is gebaseerd op oude systeem voor 2022.

Slide 23 - Tekstslide