Oefenen toetsweek les 2
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.
Slide 2 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
De oude man bestuurt de auto
B
De oude man bestuurd de auto
Slide 3 - Quizvraag
werkwoordspelling
Ik (besteden) veel tijd aan werkwoordspelling.
Ik (besteden) veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteed
B
besteedt
C
besteden
Slide 4 - Quizvraag
Werkwoordspelling
A
Hoe oud word je moeder morgen?
B
Hoe oud wordt je moeder morgen?
Slide 5 - Quizvraag
Voltooid deelwoord
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.
C
Het hout is opgebrant
Slide 6 - Quizvraag
Voltooid deelwoord
A
Hij heeft gestund
B
Hij heeft gestundt
C
Hij heeft gestunt
D
Hij heeft gestuntt
Slide 7 - Quizvraag
Wat is geen voltooid deelwoord?
A
Gelopen
B
Verzorgd
C
Gewerkt
D
Worden
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de juiste spelling?
Wat is de juiste spelling?
Wat is de juiste spelling?
A
niveaus
B
niveau's
Slide 9 - Quizvraag
spelling
A
verassing
B
verrassing
C
verasing
D
verrasing
Slide 10 - Quizvraag
Abonee
Abonnee
Juiste spelling
Slide 11 - Sleepvraag
Text
Koel techniek
Koeltechniek
Juiste spelling
Slide 12 - Sleepvraag
Welke spelling is goed ?
Wat is de correcte spelling?
A
20 maart 2025
B
20 Maart 2025
Slide 13 - Quizvraag
Welke spelling is goed ?
Wat is de correcte spelling?
A
ekseem
B
exeem
C
eczeem
D
exseem
Slide 14 - Quizvraag
Hoofdletter
Geen hoofdletter
Hoofdletter
Geen hoofdletter
Hoofdletter
Hoofdletter
richard
zaandam
herfst
oktober
begin van een zin
limburgse vlaai
Slide 15 - Sleepvraag
Hoofdletter
Geen hoofdletter
amazon
paasmaandag
haarlemse
zuidwest
