wat moet je weten voor examen bk

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

wat moet je weet voor examen 

rekenen:

maand naar weekbedrag= maandbedrag x 12 : 52

week naar maandbedrag= weekbedrag x 52 : 12

procenten:

bedrag : 100 x percentage%

rente

spaarbedrag : 100 x rentepercentage 

afschrijvingskosten:

aanschafprijs - inruilwaarde : levensduur

nettowinst=

omzet = ( afzet x verkoopprijs)

- inkoopwaarde( afzet x inkoopprijs)

= brutowinst

- bedrijfskosten

= nettowinst 

consumeren:

consumptie: kopen van goederen en diensten

behoeften:

basisbehoeften: eten, drinken, huis en kleding

luxe behoeften: alle overige 

geldsoorten:

1. chartaal: bankbiljetten en munten

2. giraal: alles wat op je rekening staat

functies geld:

• spaarmiddel
• rekenmiddel
• betaalmiddel  

koopkracht:

hoeveelheid goederen en diensten die je van je loon kunt kopen

consumentengedrag:

• budget
• sociale beïnvloeding
•  trends
• leeftijd

budgetplan:

periodieke inkomsten       dagelijkse uitgave

incidentele inkomsten                vaste kosten

lening                                              incidentele uitgave 

consumentenprijs:

inkoopprijs

+ brutowinst

= verkoopprijs

+ BTW

=consumentenprijs

internationale ontwikkelingen:

Europa: 28 landen waarvan19 landen met de euro 

• vrij verkeer van goederen/diensten
• vrij verkeer van personen
• vrij verkeer van kapitaal 

formule:

importquota: import: nationaal inkomen x 100

exportquota: export : nationaal inkomen x 100 

ontwikkelingshulp:

• noodhulp
• structurele hulp
• gebonden hulp
• ongebonden hulp 

kenmerken:

• hoge werkloosheid
• veel kinderen
• monocultuur
• gebrekkige wegen
• gebrekkige onderwijs en zorg