aanzichten les 3

• Wiskunde
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 6

Startrekenen 2F deel B lijnen en figuren les 3

Herhaling

Hoeveel verticale lijnen heeft deze figuur?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel horizontale lijnen heeft deze figuur?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel diagonale lijnen heeft deze figuur?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Loodrecht.

evenwijdig

overig

welk figuur is dit?

1. parallellogram
2. prisma
3. vierkant
4. ruit

welk figuur is dit?

1. prisma
2. driehoek
3. piramide
4. parallellogram

welk figuur is dit?

1. piramide
2. kegel
3. driehoek
4. cilinder

welk figuur zijn deze woningen

1. balk
2. vierkant
3. kubus
4. prisma

welk figuur is dit?

1. cilinder
2. blik
3. rechthoek
4. balk

welk figuur is dit?

1. bal
2. cirkel
3. bol
4. prisma

lijnen

• Een liggende lijn noem je horizontaal.
• Een staande lijn noem je verticaal.
  
• Een schuine lijn noem je diagonaal.

Voorkennis activeren (startopdracht)

Vlakke figuren

Tweedimensionaal 

Diameter en straal

Diameter : 2= straal

Soorten driedimensionale figuren.

-kubus
-balk
-piramide
-prisma
-bol
-cilinder
-kegel

Symmetrisch

een figuur is symmetrisch als de ene helft een spiegelbeeld is van de andere helft. Je kunt tussen de 2 helften een symmetrie as tekenen.

Lesdoel

Aan het eind van de les kun je:

• Van verschillende kanten naar een gebouw of voorwerp kijken. 
• Een tekening of foto van één kant noem je een aanzicht.

Aanzicht

Je kunt van verschillende kanten naar een gebouw of voorwerp kijken.

Een tekening of foto van één kant van het gebouw of voorwerp noem je een aanzicht.

Kijklijnen

Je kunt in een plattegrond kijklijnen tekenen om te bepalen of je een gebouw of voorwerp vanaf een bepaalde plek kunt zien.

Maken

Opdracht 11 t/m 20