Stijlfiguren 1

Stijl: persoonlijke manier van formuleren. 

Stijlfiguren: vaste vorm om iets onder woorden te brengen. 
- herhalingen en opsommingen
- overdrijvingen en nuanceringen
- tegenstellingen en ontkenningen
- spot

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsWOStudiejaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Stijl: persoonlijke manier van formuleren. 

Stijlfiguren: vaste vorm om iets onder woorden te brengen. 
- herhalingen en opsommingen
- overdrijvingen en nuanceringen
- tegenstellingen en ontkenningen
- spot

Slide 1 - Tekstslide

Repetitio en anafoor
Tricolon (drieslag)
Climax en anticlimax
Eufemisme
Hyperbool
Understatement
Antithese (tegenstelling)
Paradox
Litotes
Retorische vraag
Chiasme (kruisstelling)

Slide 2 - Tekstslide

Drie soorten spot:

Slide 3 - Tekstslide

Toen hij dat mooie doelpunt maakte, zie hij:' Dat kon er wel me door, hè?'
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes

Slide 4 - Quizvraag

Toen hij dat mooie doelpunt maakte, zie hij:' Dat kon er wel me door, hè?'
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes

Slide 5 - Quizvraag

Ik sta echt al tien jaar op je te wachten.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes

Slide 6 - Quizvraag

Mijn cijfer voor Nederlands viel niet tegen.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
litotes

Slide 7 - Quizvraag

Hij werd kwaad, woedend, nee... witheet toen hij zag dat hij een bekeuring had gekregen.
A
understatement
B
climax
C
anticlimax
D
eufemisme

Slide 8 - Quizvraag

De finale van het songfestival zorgde voor spanning, strijd en spektakel.
A
hyperbool
B
tricolon
C
antithese
D
paradox

Slide 9 - Quizvraag

Haar konijn is heengegaan.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
antithese
D
paradox

Slide 10 - Quizvraag