VVE kinderbrein

Het kinderbrein 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het kinderbrein 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
1. De student kan in eigen woorden uitleggen hoe het kinderbrein werkt.
2. De student kan in eigen woorden uitleggen wat de invloed van het aanbieden van ontwikkelingsgerichte activiteiten is op het functioneren van het kinderbrein.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesopzet
Wat weten jullie al over het kinderbrein?
Het brein
Kinderbrein
Baby 0 - 2 jaar
Peuter 2 - 4 jaar
Gevoelige periode
Les evaluatie
Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over het
kinderbrein?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het brein
  • Miljarden hersencellen die in verbinding staan
  • Ieder plekje in het brein heeft zijn eigen taak
  • Hersengebieden moeten samenwerken (hersen netwerk)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kinderbrein
  • Het kinderbrein ontwikkeld zich enorm snel (foetus 20.000 hersencellen per seconde, volwassenen een paar honderd hersencellen per dag)
  • Hersenen zijn bij de geboorte nog niet af 
  • Eerste twee levensjaren vergroten de hersenen 4 keer
  • Op zes jarige leeftijd bijna net zo groot als volwassenen
  • Goede basis leggen -> verbindingen creëren

  • Vroeger -> 'Tabula Rasa'
  • Genenpakket 
  • Interactie tussen omgeving en kind
  • Ervaringen 
  • Voeding

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe creëren jullie emotionele-veiligheid en voorspelbaarheid op jullie BPV plek?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Veiligheid staat voorop
‘Als een kind zich niet veilig voelt, gaat het niet ontdekken en spelen. En als een kind dat niet durft, ontwikkelt hij zich minder snel.'

  • Voorspelbaarheid
  • Ingaan op emoties
  • Kalmte bewaren
  • Contact maken

  • Verkeerde verbindingen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Baby 0 - 2 jaar
  • Baby’s zien slechts tot 20 centimeter scherp en weinig kleuren
  • Visuele gebied nog niet goed ontwikkeld
  • Een baby moet zien om te leren zien

  • Tastzin
  • Orale fase
  • Verschillende structuren met hun handen onderscheiden

  • Reflexen 
  • Reacties uitlokken (4 - 8 maanden)
  • Gebeurtenissen voorspellen (8 - 12 maanden)
  • Objectpermanentie (8 - 12 maanden)
  • Experimenteren ( 12 - 18 maanden)
  • Mentale representatie ( 18 maanden - 2 jaar)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houdt objectpermanentie in?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 2 voorbeelden van ontwikkelingsgerichte activiteiten voor een baby van 0 - 2 jaar?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Peuter 2 - 4 jaar
  • Mentale representatie wordt sterker
  • Animistisch
  • Magisch denken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevoelige periode
  • Diepe interesse
  • Gemakkelijk leren
  • Gevoeligheden duren zo lang als nodig
  • Observeren 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bieden van emotionele veiligheid in een veilige en gezonde omgeving
Bevorderen van sociale competentie
Bevorderen van sociale competentie
Socialisatie door overdracht normen en waarden
Welbevinden en betrokkenheid
Emotionele veiligheid
Gehechtheid
Mind-minded
Fysieke ontwikkeling
Taalontwikkeling
Denken en ontluikend gecijferdheid
Jonge kinderen en materiële wereld
Gezonde leefstijl
Kunst, cultuur en creativiteit
Executief functioneren en zelfregulatie
Sociale ontwikkeling
Kansarme kinderen
Ontwikkelingsachterstanden en probleemgedrag
Socialisatie
Sociale functie van kinderopvang

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn rituelen belangrijk?
timer
0:20
A
i.v.m. voorspelbaarheid en veiligheid
B
i.v.m. veiligheid en autonomie.
C
i.v.m. concentratievermogen en voorspelbaarheid
D
i.v.m. het ontwikkelen van het zelfbeeld.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor het denkvermogen?
A
Cognitie
B
Concentratie
C
Motoriek
D
Focus

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort er NIET bij de cognitieve ontwikkeling?
A
Zintuiglijke ontwikkeling
B
Taalontwikkeling
C
Concentratie
D
Geheugenontwikkeling

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk met je groepje een rijmactiviteit voor peuter.
Wees creatief en gebruik verschillende ontwikkelingsgebieden.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taalactiviteiten voor jonge kinderen. Welke hoort er niet bij?
A
rijmpjes
B
boeken
C
taalspelletjes
D
technisch lezen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de taalontwikkeling:
Rijmen
A
moet worden aangeleerd
B
ontstaat spontaan

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met luisteren werkt een kind aan verschillende doelen: technisch en begrijpend luisteren.

Een voorbeeld van technisch luisteren is:
A
Kinderen leren rijmen, letters opmerken of een woord met knippen en plakken.
B
Kinderen luisteren naar een verhaal en halen hier informatie uit of leren het te begrijpen. Het gaat om de inhoud van het verhaal, niet om klankverschillen of rijm.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd?

Slide 23 - Open vraag

1. De student kan in eigen woorden uitleggen hoe het kinderbrein werkt.

2. De student kan in eigen woorden uitleggen wat de invloed van het aanbieden van ontwikkelingsgerichte activiteiten is op het functioneren van het kinderbrein.
Hoe vonden jullie de les?
Wat vonden jullie effectief?
Wat zouden jullie de volgende keer graag anders zien?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedback: 1 tip en 1 top

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies