10.2 halfreacties

Je kunt
uitleggen wat een redoxreactie is (overdracht van electronen) en een redoxreactie herkennen:
  • Deeltjes zijn van lading veranderd
  • Er verdwijnt of verschijnt een element
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je kunt
uitleggen wat een redoxreactie is (overdracht van electronen) en een redoxreactie herkennen:
  • Deeltjes zijn van lading veranderd
  • Er verdwijnt of verschijnt een element

Slide 1 - Tekstslide

Redoxreactie
Géén redox

Slide 2 - Sleepvraag

leerdoelen
  • Je leert wat de edelheid van metalen is.
  • Je leert wat een oxidator en wat een reductor is.
  • Je leert hoe je halfreacties vindt in Binas en hoe je ze kloppend kunt maken.

Slide 3 - Tekstslide

edelheid van metalen
 Het gemak waarmee metalen reageren met zuurstof en water heet edelheid. Je kunt metalen indelen op basis van het verschil in edelheid:
Edel (goud), half-edel (koper), onedel (ijzer), zeer onedel (natrium)

Slide 4 - Tekstslide

reductor en oxidator
metalen zijn reductoren, ze kunnen electronen afstaan. 
Pb kan bijvoorbeeld 2 electronen afstaan en wordt ddan Pb2+ 

Stoffen die electronen kunnen opnemen noemen we oxidatoren, bijvoorbeel O kan 2 electronen opnemen en wordt dan O2-

* ezelsbruggetje: reduceren = verminderen, reductoren verminderen hun electronen. Oxidator neemt electronen op

Slide 5 - Tekstslide

sterk/zwak
Dat sommige metalen sneller reageren dan anderen komt omdat ze sterkere reductoren zijn, ze staan hun electronen makkelijker af.
Sterke oxidatoren nemen dus sneller electronen op.
Of een stof een sterke/zwakke reductor of oxidator is kun je zien in tabel 48

Slide 6 - Tekstslide

Zo zie je dat goud een zwakke reductor is, en natrium juist een sterke

Slide 7 - Tekstslide

halfreacties
Kopersulfaat bevat Cu2+ ionen (blauw)
Als je in de oplossing een stukje zink zet (Zn), dan vormt daarop een laagje vast Koper. Blijkbaar vindt de volgende reactie plaats:
Als we e- toevoegen kunnen we hem kloppend maken:

Dit noemen we een half-reactie, zie binas tabel 48

Slide 8 - Tekstslide

halfreacties
Het plaatje zink lost tegelijkertijd op in het water. Blijkbaar vindt hier ook een reactie plaats:

De stof die electronen afstaat (ze staan dan na de pijl) is de reductor.

De stof die ze opneem, de oxidator (e- staan dan voor de pijl)

Slide 9 - Tekstslide

Als je een draadje koper in een zilvernitraat-oplossing legt vormt er een laagje vast zilver op de draad. Geef de halfreactie:

Slide 10 - Open vraag

Het koper van de draad lost dan juist op in het water. Geef de halfreactie

Slide 11 - Open vraag

half-reacties kloppend maken
Soms krijg je een halfreactie die je zelf nog kloppend moet maken.
1. Maak eerst het aantal atoomsoorten gelijk (voor en na de pijl)
2. Maak de lading kloppend door electronen toe te voegen
(e- voor de pijl bij ox, na de pijl bij red)

Slide 12 - Tekstslide

maak de half-reactie kloppend:

Slide 13 - Open vraag

uitwerking:
1. Eerst de atoomsoorten kloppen maken. Bewaar de H voor het laatst, deze komt in meerdere stoffen voor. 
2. Nu maak je de lading kloppend. Je hebt 4+ voor de pijl, na de pijl is het neutraal. Dit betekent dat je 4 e- nodig hebt om de +-lading op te heffen.

Slide 14 - Tekstslide

Je kunt nu:
  • de edelheid van metalen verklaren met behulp van Binas tabel 48;
  • een oxidator en een reductor herkennen in een reactievergelijking;
  • een halfreactie opzoeken in Binas;
  • een halfreactie kloppend maken.

Slide 15 - Tekstslide