ik-vorm tegenwoordige tijd: ik denk - ik slaap / nooit een v of een z: ik reis - ik proef / nooit twee medeklinkers: ik zet
Spellingsregels persoonvorm tt:
ik erbij of jij erachter: alleen de ik-vorm: ik werk, werk jij
anders in het enkelvoud: ik-vorm + -t: jij loopt, hij/zij loopt
in het meervoud: het hele werkwoord: wij vinden, jullie vinden, zij vinden
Slide 5 - Tekstslide
Ik zocht goed naar een cadeau dat ik mijn broer wilde geven. Hij vroeg iets voor zijn nieuwe huis, maar ik wist niks. Zet de werkwoorden in de tt (spatie ertussen).
Slide 6 - Open vraag
De minister-president wees er in zijn toespraak op dat iedereen zich aan de regels moest blijven houden. Gebarentolk Irma gebaarde op de achtergrond. Zet de werkwoorden in de tt (spatie ertussen).
Slide 7 - Open vraag
De avondklok zorgde ervoor dat de straten na 21.00u leeg waren en de mensen niet meer zonder reden na die tijd fietsten of reden. Ze de werkwoorden in de tt (spatie ertussen).
Slide 8 - Open vraag
Uitleg opdracht: zinnen uit Harry Potter
Voorbeeld: De vlogger verzon iedere week een truc en plaatste deze op YouTube.
Zet de werkwoorden in deze zin in de tegenwoordige tijd.