1F-H20.2 Patronen in tabellen

Startrekenen 
Hoofdstuk  20 Patronen
Les 2




1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Startrekenen 
Hoofdstuk  20 Patronen
Les 2




Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
-Herhaling
- Leerdoel
- Uitleg
- Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Patronen 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling:Patronen in een reeks van cijfers
-2 , 0 , 3 , 5 , 8


  • A 10 , 12
  • B 10 , 13
  • C 11 , 13
  • D 11 , 14

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1, 2, 4, 8


  • A 24, 48
  • B 16, 32
  • C 24, 72
  • D 16, 24


2, 5, 3, 6, 4  


  • A 2, 3
  • B 1, 9
  • C 5, 3
  • D 7, 5

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1, 3, 7, 13


  • A 26, 34
  • B 26, 32
  • C 22, 31
  • D 21, 31
1, 3, 7, 15


  • A 31, 63
  • B 30, 60
  • C 30, 61
  • D 22, 45

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



* Je weet dat een tabel soms ook een patroon heeft en je kunt dit zelf ook invullen. 


Leerdoel van deze les

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H20.1 Patronen in tabellen
  • In een tabel kun je soms een patroon herkennen.
  • Als je dat patroon herkent, kun je lege cellen in de tabel invullen.

Slide 8 - Tekstslide

Starttarief betekent: het eerste bedrag dat je altijd moet betalen.

Je betaalt dit bedrag altijd, ook al gebruik je maar een beetje.

Daarna betaal je extra geld per kilometer of per uur.
Opdracht 1: Fabian bekijkt ook de kosten van Taxi Tilburg.
Vul de tabel met de kosten van Taxi Tilburg verder in.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden:

Taxi

Je stapt in de taxi.

Meteen moet je € 3 betalen (starttarief).

Daarna betaal je nog € 2 per kilometer.


Opdracht 2: Hoeveel kost een taxirit van 10 km?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3: Wat zijn de kosten van de tapasboot voor 11 personen?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord:

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marie reist 3 km met de bus.
Hoeveel moet ze betalen?

A
€1,44
B
€1,32
C
€1,56
D
€1,80

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel neemt het tarief
per km toe?
A
€1,32
B
€0,10
C
€0,12
D
€0,24

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Patronen in lijndiagrammen
  • In een lijndiagram kun je soms een patroon
herkennen. 
  • Je kunt dit patroon dan uit het lijndiagram  
aflezen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opgave:
  1. Welk starttarief rekent de loodgieter(bij 0 uur werk)?
  2. Hoeveel kost de loodgieter bij 1 uur werk?
  3. Hoeveel kost de loodgieter bij 3 uur werk?
  4. Na 2 uur werk betaal je € 150. Waar of niet waar?
  5. Je betaalt € 100. Hoeveel uur heeft de loodgieter 
gewerkt?
   6. Hoeveel duurder wordt het als je van 1 uur naar 
2 uur gaat?

Slide 16 - Tekstslide

Loodgieter (zoals in de grafiek)
De loodgieter vraagt altijd eerst € 60 (starttarief).
Daarna komt er geld bij voor elk uur dat hij werkt.
Welk patroon herken je
in de telefoonverkoop?
A
De verkoop neemt toe
B
De verkoop neemt steeds sterker af
C
De verkoop neemt hetzelfde aantal af
D
De verkoop blijft gelijk

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluitende vraag

Hoeveel euro kost de tuinman per uur?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Hoe?
Zelfstandig
Ik loop rond voor vragen
Blz.
Hoofdstuk 20
begint op blz. 224

Opdr.
1 t/m 11

Huiswerk voor: 28 oktober


Klaar?
Iets voor jezelf doen op je laptop, waarbij je niemand anders stoort. 


timer
20:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies