Nova Par. 2.3 + 2.4 Hefbomen

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Testen kennis hefbomen par. 2.3

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer is een hefboom in evenwicht?
A
De kracht aan de linkerkant is gelijk aan de kracht aan de rechterkant.
B
Het moment aan de linkerkant is gelijk aan het moment aan de rechterkant.
C
De massa aan de linkerkant is gelijk aan de massa aan de rechterkant.
D
Geen van bovenstaande antwoorden.

Slide 4 - Quizvraag

Wat gebeurt er met deze hefboom ?
A
De hefboom draait linksom
B
De hefboom draait rechtsom
C
Niets, want de hefboom is in evenwicht

Slide 5 - Quizvraag

Bereken het moment links.

Elk gewichtje is 0,25 N. Tussen elk haakje zit steeds 10 cm.
A
M = 0,025 Nm
B
M = 0,050 Nm
C
M = 0,075 Nm
D
M = 0,150 Nm

Slide 6 - Quizvraag

Als je met een slinger het zonnescherm omhoog draait, moet je tijdens het draaien soms meer kracht zetten. Hoe komt dit?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide


Slide 22 - Open vraag

Veel werktuigen zijn hefbomen.

Wat speelt bij een hefboom een belangrijke rol?
A
Afstand tot het draaipunt
B
Grootte van beide krachten
C
De grootte van het draaipunt
D
Zowel de grootte van de krachten als de afstand tot het draaipunt

Slide 23 - Quizvraag

Wat is GEEN hefboom?
A
Schaar
B
Hamer
C
Tuinslang
D
Breekijzer

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Noem 5 verschillende krachten

Slide 33 - Open vraag

Geef het symbool en de eenheid van kracht

Slide 34 - Open vraag

Geef de formule voor zwaartekracht

Slide 35 - Open vraag

Wat is de formule voor de veerconstante?

Slide 36 - Open vraag

Hoe groter de veerconstante, hoe stugger/slapper de veer

Slide 37 - Open vraag

Bespreken hw par. 2.2 (herhaald hw)

Slide 38 - Tekstslide