Bronvermelding

Bronnen en bronvermeldingen

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bronnen en bronvermeldingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen in deze les

  • Je weet wat bronnen zijn. 
  • Je weet hoe je om moet gaan met verschillende bronnen.
  • Je weet hoe je de betrouwbaarheid van bronnen kunt beoordelen.
  • Je kunt relevante informatie zoeken en verwerken.
  • Je weet wat een bronvermelding is.
  • Je weet hoe je een bronvermelding moet maken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan ik het beste informatie vandaan halen over.......

een land waar je voor het eerst naartoe gaat.
A
een reisgids
B
een fictief boek dat zich daar afspeelt.

Slide 3 - Quizvraag

Een reisgids bevat feitelijke informatie  over een land of plek, terwijl de schrijver van een fictief boek dingen kan verzinnen die hij/zij in het boek verwerkt.
Waar kan ik het beste informatie vandaan halen over.......

een specifieke politieke partij.


A
krantenartikel over die partij
B
een televisiespotje van die partij

Slide 4 - Quizvraag

Een krantenartikel bevat objectieve informatie en heeft niet als doel stemmen te werven voor een bepaalde politieke partij. Een televisiespotje van een politieke partij heeft als doel stemmen te werven voor deze politieke partij, het spotje zal dus altijd een positief beeld van de partij schetsen.
wat weet je over bronvermelding?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

wat wil je nog leren over bronvermelding?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Zoek de CAO op van bloemisten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen in deze les

  • Je weet wat bronnen zijn. 
  • Je weet hoe je om moet gaan met verschillende bronnen.
  • Je weet hoe je de betrouwbaarheid van bronnen kunt beoordelen.
  • Je kunt relevante informatie zoeken en verwerken.
  • Je weet wat een bronvermelding is.
  • Je weet hoe je een bronvermelding moet maken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan ik het beste informatie vandaan halen over.......

een land waar je voor het eerst naartoe gaat.
A
een reisgids
B
een fictief boek dat zich daar afspeelt.

Slide 13 - Quizvraag

Een reisgids bevat feitelijke informatie  over een land of plek, terwijl de schrijver van een fictief boek dingen kan verzinnen die hij/zij in het boek verwerkt.
Waar kan ik het beste informatie vandaan halen over.......

een specifieke politieke partij.


A
krantenartikel over die partij
B
een televisiespotje van die partij

Slide 14 - Quizvraag

Een krantenartikel bevat objectieve informatie en heeft niet als doel stemmen te werven voor een bepaalde politieke partij. Een televisiespotje van een politieke partij heeft als doel stemmen te werven voor deze politieke partij, het spotje zal dus altijd een positief beeld van de partij schetsen.
Betrouwbaarheid van bronnen
 Wil je informatie uit een bron gebruiken? Beantwoord dan eerst deze vragen:
  1. Is deze bron bruikbaar voor de informatie die ik zoek?
  2.  Is deze bron betrouwbaar?
  3. Waarom (met welk doel) heeft de schrijver/maker deze bron gemaakt?
  4. Waar heeft de schrijver/maker zijn informatie vandaan?
  5. Is alle informatie duidelijk opgeschreven/weergegeven ?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bron beoordelen
Stel, je zoekt voor een verslag  informatie over de onstaansgeschiedenis van Amsterdam. Je hebt de volgende websites gevonden: Historiek en Jordaaninfo.

Beoordeel deze bronnen aan de hand van de vragen op de vorige dia.  Welke bron zou je eerder gebruiken?

Deel je bevindingen met de klas.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid en het internet
Vaak zoek je informatie op het internet, bijvoorbeeld via Google. Veel mensen letten daarbij alleen op de eerste tien zoekresultaten, maar de bovenste resultaten zijn niet per se de beste.

Het is belangrijk om kritisch te kijken naar je zoekresultaten voordat je informatie van de betreffende sites verwerkt in een schrijfopdracht.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid van een website controleren
Om te beoordelen of een website betrouwbaar is, kun je een aantal vragen beantwoorden:
  1. Sluit het uiterlijk van de site aan bij de informatie die je zoekt?
  2. Wordt de site regelmatig bijgehouden?
  3.  Hoe objectief is de informatie op de site?
  4.  Kun je de feiten in de tekst controleren?
  5.  Is duidelijk op welke bronnen de informatie op de site gebaseerd is?

Als je vragen niet kunt beantwoorden, weet je niet of de website betrouwbaar is.



Slide 18 - Tekstslide

  1. Ziet de site er professioneel of amateuristisch uit? Zeker bij amateuristische sites zul je jezelf kritisch de vraag moeten stellen of de site betrouwbare informatie bevat.
  2.     De informatie van sites die lang niet bijgewerkt zijn kan heel goed betrouwbaar zijn, maar het kan ook niet meer relevant of onvolledig zijn. Bijvoorbeeld als het gaat om een plek, aan deze plek kan in de loop der tijd veel  veranderen.
  3. Bevat een site alleen maar meningen, dan kun je twijfelen aan de betrouwbaarheid van de site. De maker van de site heeft dan duidelijk een bepaalde bedoeling met de site.
  4. Kun je de feiten in de tekst controleren? Het is belangrijk om de gevonden informatie altijd te controleren met behulp van gegevens uit andere bronnen.
  5. Wanneer een schrijver zijn tekst heeft gebaseerd op bronnen neemt de betrouwbaarheid meestal toe.


Websites vergelijken
Bekijk de volgende twee links: 

site 1
site 2

Welke site is volgens jou het meest betrouwbaar? Leg uit!





Slide 19 - Tekstslide

Bespreek de websites klassikaal.

Informatie uit bronnen verwerken
Bij het verwerken van informatie uit een bron, is het belangrijk dat je het in je eigen woorden 'vertaalt'.

Je moet dan rekening houden met wat jouw schrijfdoel is en voor wie je schrijft. Neem nooit zomaar iets letterlijk over uit een bron. 


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar heb je de CAO gevonden? Is dat een betrouwbare bron? Waarom wel of niet?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Informatie 'vertalen'
Stel, je schrijft een verslag over de schrijver Jan Terlouw om je klasgenoten te informeren over het leven van de schrijver en het soort boeken dat hij schrijft.

Je hebt deze website gevonden. Lees de informatie onder het kopje opmerkingen en 'vertaal' deze informatie in twee alinea's in je eigen woorden. Kies de informatie die je het belangrijkst vindt,  maar let wel op het schrijfdoel.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom ben je verplicht je bronnen te vermelden?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertel in 5 woorden wat je hebt geleerd

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog vragen of is er iets anders waar ik je nog mee kan helpen?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies