11.2 Transport in planten

Thema 11 Planten
B2  Transport in planten
Leerdoel 
Je kunt beschrijven hoe planten water met voedingszouten opnemen, transporteren en afgeven. 
Je kunt beschrijven hoe huidmondjes de gaswisseling van planten reguleren en oe de opanme van koolstofioxide in relatie staat met de afgeifte van water. 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 11 Planten
B2  Transport in planten
Leerdoel 
Je kunt beschrijven hoe planten water met voedingszouten opnemen, transporteren en afgeven. 
Je kunt beschrijven hoe huidmondjes de gaswisseling van planten reguleren en oe de opanme van koolstofioxide in relatie staat met de afgeifte van water. 

Slide 1 - Tekstslide

welke bewering is waar?
A
houtvaten bevatten celkernen
B
de secundaire celwanden bevatten lignine
C
bastvaten bevatten geen dwarsverbanden
D
bastvaten bevatten celkernen

Slide 2 - Quizvraag

Welke vaten zijn verantwoordelijk voor de anorganische sapstroom?
A
bastvaten
B
houtvaten

Slide 3 - Quizvraag

Wat is nr 10?
A
houtvaten
B
vaatbundel
C
bastvaten
D
centrale cilinder

Slide 4 - Quizvraag

Wat is juist?
A
B
C
A
A: Houtvaten B: Bastvaten C: Parenchym
B
A: Bastvaten B: Parenchym C: Houtvaten
C
A: Houtvaten B: Parenchym C: Bastvaten
D
A: Bastvaten B: Houtvaten C: Parenchym

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Watertransport in 
plant tegen Fz
1. Worteldruk , 
opwaartse druk door
wateropname centrale cilinder mbv
Bandjes van Caspari  Binas91B
2. Verdamping water uit huidmondjes 
Binas91A. ' aanzuigende werking' 
3. Capillaire werking: 
adhesie en cohesie

Slide 7 - Tekstslide

1. Worteldruk

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Watertransport wortelcellen
Bij Bandjes van Caspari actief transport door celmembraan
Hoge osmotische waarde in 
centrale cilinder
Osmose, watertransport naar 
centrale cilinder
Kurkbandjes verhinderen terugstromen 
water
Watervoume in houtvat stijgt 
--> worteldruk

Slide 13 - Tekstslide

91

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het nut van veel wortelharen
(1 lang woord ;-))

Slide 16 - Open vraag

Welk organel zul je dan ook veelvuldig aantreffen in endodermiscellen?

Slide 17 - Open vraag

2. Verdamping uit huidmondjes in bladeren 

Slide 18 - Tekstslide

91

Slide 19 - Tekstslide

Regelen verdamping
Afname turgor sluitcellen door watertekort zorgt voor vormverandering waardoor huidmondje dicht gaat

Slide 20 - Tekstslide

3. Capillaire werking

Slide 21 - Tekstslide

3. Capillaire werking

Slide 22 - Tekstslide

Sapstroom
  • Anorganisch: houtvaten (xyleem)
  • Organisch: bastvaten (floeem)

Slide 23 - Tekstslide

De verplaatsing van water in planten door de waterpotentiaal
Water verplaatst zich van cel naar cel; van een lage naar een hoge osmotische waarde (lage conc naar hoge conc opgeloste stof).

Gelijke osmotische waarde? water verplaatst zich van cel naar cel van een hoge drukpotentiaal (turgor) naar een lage drukpotentiaal.

Slide 24 - Tekstslide

Waterpotentiaal
Waterpotentiaal = osmotische waarde + druk van de celwand 
Drukpotentiaal is positief met hogere turgor en dus hoge druk op celwand. Water beweegt van 
hoog naar laag waterpotentiaal.

Slide 25 - Tekstslide

Een pantoffeldiertje neemt water op door osmose. Waar is de waterpotentiaal dan het hoogst?
A
in het pantoffeldiertje
B
buiten het pantoffeldiertje
C
binnen en buiten het pantoffeldiertje is waterpotentiaal gelijk

Slide 26 - Quizvraag

En waar is de osmotische waarde dan het hoogst?
A
in het pantoffeldiertje
B
buiten het pantoffeldiertje
C
binnen en buiten het pantoffeldiertje is osm. waarde gelijk

Slide 27 - Quizvraag

Houtvaten
  • Watertransport door verdamping, capillaire werking en waterpotentiaal
  • Sapstroom van beneden naar boven
  • In zomer vooral verdamping, in lente vooral worteldruk

Slide 28 - Tekstslide

Bastvaten
  • Bevat vooral suiker
  • Variabele richting sapstroom, van suikerbron naar plek waar suiker nodig is of opgeslagen wordt

Slide 29 - Tekstslide

Op een zomerse dag met veel wind neemt de plant meer water op dan normaal. Waardoor?
A
Meer zuigkracht van de bladeren
B
Meer worteldruk
C
Meer capillaire werking
D
Geen van allen

Slide 30 - Quizvraag

Welke proces is geen belemmering voor de wateropname van een plant?
A
Een schimmelinfectie in de houtvaten
B
Gesloten huidmondjes
C
Doorgesneden bastvaten
D
Een hoge osmotische waarde in het grondwater

Slide 31 - Quizvraag

Het transport van water, dat een boom uit de grond heeft opgenomen, stopt als de boom zijn bladeren laat vallen. Welke kracht valt weg door het ontbreken van de bladeren?
A
capillaire werking
B
worteldruk
C
verdamping
D
adhesie

Slide 32 - Quizvraag

Waardoor ontstaat stroming in bastvaten?
A
Door osmose en drukverschil
B
Alleen door osmose
C
Door verdamping van water
D
Door plasmastroming

Slide 33 - Quizvraag

Als een wortel in het voorjaar zijn eerste bladeren krijgt. Hoe wordt de suiker dan vervoerd?
A
via de houtvaten omlaag
B
via de bastvaten omlaag
C
via de houtvaten omhoog
D
via de bastvaten omhoog

Slide 34 - Quizvraag

transport in houtvaten gebeurt door
A
luchtverversing, capillaire werking en worteldruk
B
verdamping, capillaire werking en worteldruk
C
verdamping, capillaire werking en wortels
D
verdamping, capillairen en worteldruk

Slide 35 - Quizvraag

Aan de slag
Maak opgaven  13, 14, 15, 16, 17, 18 
en iig 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26
Under giant trees, Photosynthesis

Slide 36 - Tekstslide