3. Observeren van de ademhaling en zuurstof toedienen



3. Observeren van de ademhaling en zuurstof toedienen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les



3. Observeren van de ademhaling en zuurstof toedienen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt:
  • aangeven wat je kunt observeren aan de ademhaling
  • voorbeelden geven van normale en afwijkende waarden van de ademhaling en aangeven wat ze betekenen
  • een normaal adempatroon en afwijkende adempatronen beschrijven en uitleggen wat ze betekenen
Je kunt berekenen:
  • Hoeveel zuurstof er in een een zuurstofcilinder zit
  • Hoe lang een zorgvrager hier nog mee kan doen

Slide 2 - Tekstslide

Wat kunnen we observeren aan de ademhaling?

Slide 3 - Woordweb

Observeren
  • Ademfrequentie
  • Ademdiepte
  • Ademgeluid
  • Hoest en sputum
  • Effect van de ademhaling
  • Ademhalingspatroon

Slide 4 - Tekstslide

Ademfrequentie
De hoeveelheid ademhalingen per minuut
Normaal 10 tot 20 keer per minuut

Tachypneu = > 20 keer per minuut
Bradypneu = <10 keer per minuut
Apneu = ademstop

Slide 5 - Tekstslide

Ademdiepte

De hoeveelheid lucht per ademteug

Normaal 400-500 milliliter

Nauwelijks te meten
Wat kun je wel zien?

Slide 6 - Tekstslide

Ademgeluid
Normaal is nagenoeg geluidloos

Een gierende inademing = een vernauwing van de bovenste luchtwegen

Piepen en brommen = een vernauwing van de onderste luchtwegen

Slide 7 - Tekstslide

Hoest en sputum

Een productieve hoest met sputum kan wijzen op een bacteriële infectie

Prikkelhoest is zonder sputum


Slide 8 - Tekstslide

Effect van de ademhaling
De effectiviteit van ademhaling kun je op verschillende manieren beoordelen

  • Saturatie meten
  • Cyanose beoordelen: verschil tussen centrale en perifere cyanose

Slide 9 - Tekstslide

Patroon van de ademhaling

Kussmaul ademhaling = diepe en snelle ademhaling

Cheyne Stokes = onregelmatig, periodes van apneu

Gaspen = happen naar adem

Slide 10 - Tekstslide

Observeren
  • Ademfrequentie
  • Ademdiepte
  • Ademgeluid
  • Hoest en sputum
  • Effect van de ademhaling
  • Ademhalingspatroon

Slide 11 - Tekstslide

Mevrouw Jansen ligt in bed en lijkt moeite te hebben met ademhalen. Ze gebruikt haar hulpademhalingsspieren en haar ademhaling klinkt piepend. Haar saturatie is 88% bij kamerlucht.

  • Welke observaties haal je hier uit?

Slide 12 - Tekstslide

Meneer De Vries zit rechtop in bed en klaagt over kortademigheid en pijn op de borst bij het ademhalen. Zijn ademhaling is oppervlakkig en hij heeft een verhoogde ademhalingsfrequentie. Zijn saturatie is 90% bij kamerlucht.

  • Welke observaties haal je hier uit?

Slide 13 - Tekstslide

Meneer Van Dijk ligt in bed en heeft moeite met ademhalen. Zijn ademhaling is snel en oppervlakkig, en hij heeft oedeem in zijn benen. Zijn saturatie is 89% bij kamerlucht.

  • Welke observaties haal je hier uit?

Slide 14 - Tekstslide

Verpleegkundig rekenen met zuurstof
De hoeveelheid zuurstof in zuurstofcilinders wordt uitgedrukt in bar 
Restvolume in liters berekenen:
De stand van de manometer 
x
het aantal liters van de cilinder
=
 de hoeveelheid zuurstof in liters
Let op: er moet altijd 10 bar achterblijven in de cilinder

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen met zuurstof
Mevrouw Jansen is kortademig vanwege een longontsteking.
De arts schrijft zuurstof voor. Ze mag beginnen met 2 liter zuurstof per minuut.

Aanwezig is een 10 liter cilinder. De manometer staat op 130 bar.

  • Hoeveel zuurstof zit er in de cilinder?
  • Hoe lang kan mevrouw Jansen met de cilinder voor deze op is?

Slide 16 - Tekstslide

Oefenen met zuurstof
Meneer Garcia heeft COPD gold 2. Hij gebruikt continue 1,5 liter zuurstof per minuut. Hij heeft een afspraak in het ziekenhuis en neemt daarom een zuurstofcilinder mee. 

Hij heeft een cilinder van 2 liter. Op de manometer staat nog 80 bar.

  • Hoeveel zuurstof zit er in de cilinder?
  • Binnen hoeveel tijd moet meneer Garcia weer terug zijn?

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen met zuurstof
Eva is recent geopereerd. Na de operatie krijgt ze 3 liter zuurstof per minuut. Eva moet met de ambulance naar een ander ziekenhuis voor een PET-CT-scan. Ze krijgt een zuurstofcilinder van 2 liter mee. De manometer staat op 280 bar.

Het onderzoek en het vervoer zullen naar verwachting samen 3 uur duren.
  • Hoeveel zuurstof zit er in de cilinder?
  • Moet er een extra cilinder meegenomen worden?

Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt:
  • aangeven wat je kunt observeren aan de ademhaling
  • voorbeelden geven van normale en afwijkende waarden van de ademhaling en aangeven wat ze betekenen
  • een normaal adempatroon en afwijkende adempatronen beschrijven en uitleggen wat ze betekenen
Je kunt berekenen:
  • Hoeveel zuurstof er in een een zuurstofcilinder zit
  • Hoe lang een zorgvrager hier nog mee kan doen

Slide 19 - Tekstslide

Ter afsluiting


Maak de opdrachten die klaar staan in de studieplanner van Learnbeat

Slide 20 - Tekstslide