5.4 kook,- smeltpunt

5.4 kook- en smeltpunt
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.4 kook- en smeltpunt

Slide 1 - Tekstslide

wat we gaan doen?
  • Theorie basis  
  • proefje smeltpunt of smelttraject ( op wetenschapsplein)
  • 5.4 opdrachten maken : 
                                  mavo route : basis --> ontwikkeling makkelijk
                                  havo route:  basis--> ontwikkeling gemiddeld
  • afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt de 3 fasen en de 6 faseovergangen noemen en beschrijven .
  • Je kunt een temperatuur omrekenen van graden celius naar Kelvin.
  •  Je kunt aan de hand van een temperatuur tijdsdiagram uitleggen of het om een zuivere stof of een mengsel gaat.

Slide 3 - Tekstslide

Fase of toestand van een stof
Water komt in de natuur voor als:
vaste stof ->(S)  -> ijs
vloeistof -> (L) -> water
gas -> (g) -> waterdamp

Slide 4 - Tekstslide

Welke fase van water is dit?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas

Slide 5 - Quizvraag

Welke fase van water is dit?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas

Slide 6 - Quizvraag

In welke fase is de sneeuw?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 7 - Quizvraag

Sleep de neerslag naar de juiste fase.
Vloeibare fase:
Vaste fase:
dauw
hagel
regen
rijp
sneeuw
IJzel

Slide 8 - Sleepvraag

Wat gebeurt er als je water in de diepvries zet?
A
Smelt
B
Verdampt
C
Condenseert
D
Stolt (Bevriezen)

Slide 9 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je ijs uit de diepvries haalt en op tafel zet?
A
Smelt
B
Verdampt
C
Condenseert
D
Stolt (Bevriezen)

Slide 10 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je water flink gaat verwarmen?
A
Smelt
B
Verdampt
C
Condenseert
D
Stolt (Bevriezen)

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er als waterdamp tegen een koud raam komt?
A
Smelt
B
Verdampt
C
Condenseert
D
Stolt (Bevriezen)

Slide 12 - Quizvraag

faseovergangen
Wanneer het warmer of kouder wordt verandert water in een andere vorm 
Bijv.: van vloeibaar naar gas OF van vloeibaar naar vast
Door verwarmen of afkoelen vindt een fase-overgang plaats. 

Slide 13 - Tekstslide

 Veranderen van Fase

Slide 14 - Tekstslide

Smelten
Een vaste stof word een vloeistof.


Chocola smelten!

Slide 15 - Tekstslide

Verdampen
een vloeistof word een gas!


Parfum is ook een mooi voorbeeld.

Slide 16 - Tekstslide

Condenseren
Een gas wordt vloeistof!


Denk aan de spiegel in de badkamer als je gedoucht hebt of je bril die beslaat als je in een warme ruimte komt.

Slide 17 - Tekstslide

Stollen
Een vloeistof word een vaste stof

Denk aan kaarsvet! Als een kaars afkoelt word het weer vast. 

Slide 18 - Tekstslide

Vervluchtigen
Een vaste stof word een gas. 


Denk aan een WC blokje in de WC. 
Er wordt uit het vaste blokje een lekkere geur verspreid. 

Slide 19 - Tekstslide

Rijpen
Een gas wordt een vaste stof 


Denk aan de mooie witte bomen in de winter zonder dat er sneeuw is gevallen. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat zie je hier?
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)

Slide 21 - Quizvraag


A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)

Slide 22 - Quizvraag

Welke fase-overgang is er, wanneer je en gesmolten ijsje in de vriezer legt
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)

Slide 23 - Quizvraag

Bij de fase-overgang
rijpen gaat water van ...
rijp
A
vast naar vloeibaar
B
gas naar vast
C
vloeibaar naar vast
D
gas naar vloeibaar

Slide 24 - Quizvraag

Verschillende eenheden voor temperatuur.


- Graden Celsius 
- Kelvin

Slide 25 - Tekstslide

Kelvin en oC
Omrekenen

- Graden Celsius 
- Kelvin
- Graden Fahrenheit

Slide 26 - Tekstslide

100 graden Celsius = ... Kelvin?
A
0 K
B
100 K
C
273 K
D
373 K

Slide 27 - Quizvraag

Bij graden Celsius is 100 Kelvin?
A
100 graden C.
B
- 173 graden C.
C
373 graden C.

Slide 28 - Quizvraag

5.4 opdrachten maken 

mavo route : basis --> ontwikkeling makkelijk

havo route: basis--> ontwikkeling gemiddeld

Slide 29 - Tekstslide

Traject of punt?
Zuivere stoffen hebben een smeltpunt, stolpunt en kookpunt

Mengsels hebben een smelttraject, stoltraject en kooktraject

Slide 30 - Tekstslide

Smeltdiagram

Slide 31 - Tekstslide

Mengsel


bij een mengsel heb je een: smelttraject, stoltraject of kooktraject

Slide 32 - Tekstslide


  • bestaat uit 1 soort deeltjes 
  • dus smeltpunt (=stolpunt) + kookpunt 
  • temperatuur constant bij faseovergang


  • bestaan uit meerdere stoffen door elkaar 
  • dus een smelt- en kooktraject
  • temperatuur niet constant bij faseovergang
            Zuivere stoffen       en        Mengsels               

Slide 33 - Tekstslide

proefje stollen van een stof
  • Werken in duo's
  • Lees het practicum goed door
  • Start de proef met de twee buisjes tegelijk
  • Vul de tabel in en maak de grafiek

Slide 34 - Tekstslide

Welke is zuiver?
A
2 & 4
B
1
C
3
D
1 & 3

Slide 35 - Quizvraag

Smelten is de fase-overgang van …… naar ……
A
Gas naar vloeibaar
B
Vloeibaar naar gas
C
Vloeibaar naar vast
D
Vast naar vloeibaar

Slide 36 - Quizvraag


Van Kelvin naar Celsius
omrekenen

A
Van Kelvin naar Celsius + 273
B
Van Kelvin naar Celsius - 273

Slide 37 - Quizvraag