HIN - Klas 2BK - persoonsvorm & onderwerp

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Ga rustig zitten volgens de plattegrond.  Geen discussie. 

Leg je  iPad, boek, schrift en pen voor je. Log alvast in op deze LessonUP.  





timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

PV, WWG & OW

Klas 2BK

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

We starten de les met...
Stillezen of werken aan je schrijfopdracht (webtekst inleveren op of voor vrijdag om 23.30) 
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Planning
  • Stillezen + mindmap
  • Doelen
  • Uitleg
  • Opdracht(en)
  • Afsluiten 

Slide 6 - Tekstslide

Doelen van de les

  • Je kunt de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en 
     het onderwerp
    in een zin vinden. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je nog over de persoonsvorm?

Slide 8 - Woordweb

Wat weet je nog over het onderwerp?

Slide 9 - Woordweb

0

Slide 10 - Video

Wat is de persoonsvorm?
Meisjes besteden meer geld aan kleding dan jongen.
A
Meisjes
B
besteden
C
meer geld
D
dan jongens

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
De meeste jongens vinden kleding niet zo belangrijk.
A
De meeste jongens
B
vinden
C
kleding
D
niet zo belangrijk

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Ik koop wel graag kleren.
A
Ik
B
koop
C
graag
D
kleren

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Maar gisteren heb ik mijn portemonnee verloren.
A
Maar
B
gisteren
C
heb
D
verloren

Slide 14 - Quizvraag

Trucje:
Tijd veranderen
Vraagzin maken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in de zin?

Jari heeft een baantje gezwommen.
A
Jari
B
heeft
C
heeft gezwommen
D
gezwommen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het wwg in de zin?

Jari heeft een baantje gezwommen.
A
Jari
B
heeft
C
heeft gezwommen
D
gezwommen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
Morgen
willen
mijn ouders
naar het strand

Slide 21 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
De appels
hangen
aan de boom
 al

Slide 22 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
persoonsvorm
(PV)
onderwerp
(OW)
Gisteren
dronken
Stan en ik
 cola

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de zin?
De persoonsvorm
het onderwerp
Mijn voetbal
is
gevallen
 in de sloot

Slide 24 - Sleepvraag

Persoonsvorm en onderwerp?
De achtertuin is erg diep.

Slide 25 - Open vraag

Persoonsvorm en onderwerp?
Hij heeft hele grote voeten.

Slide 26 - Open vraag

Werkwoordelijk gezegde?
Toby en Jip hadden graag koekjes willen bakken.

Slide 27 - Open vraag

Opdrachten maken
WAT?
Je krijgt een stencil. Dit stencil maak je af tijdens dit lesuur. 

Na 10 minuten gaan we de antwoorden bespreken.

KLAAR?
Lezen of verder werken aan je mindmap.
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Doelen van de les
  • Je weet wat de persoonsvorm en het onderwerp zijn.
  • Je kunt de persoonsvorm en het onderwerp in een zin vinden.
  • Je kunt een passende persoonsvorm invullen in een zin.

Slide 29 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 30 - Woordweb