2425 8.4 Geluidsoverlast verminderen 2TH

8.4 Geluidsoverlast verminderen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.4 Geluidsoverlast verminderen

Slide 1 - Tekstslide

Klaar zetten:
Magister
Boekje
Lesson-Up
Post-its
Gitaar
Stemvork met haak en bakje zand

Boodschap bij de deur:
Ga rustig zitten, pak je chromebook en leg deze DICHT op tafel.

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhalen vorige les                10 min
  • Quizje                                            10 min
  • Leerdoelen                                  5 min
  • Uitleg 8.4                                     10 min
  • Opdr. 1 t/m 13 van 8.4             15 min
  • Afsluiten                                        5 min

Slide 2 - Tekstslide

Uitleggen wat we gaan doen en hoe lang dit duurt. Aangeven dat de uitleg zo kort mogelijk is, zodat leerlingen opdrachten tijdens de les kunnen maken.
8.2 Toonhoogte en frequentie
De frequentie geeft aan hoe vaak een geluidsbron in een seconde heen en weer trilt. Dit meet je in Hertz.



Een geluid met een frequentie van 10 Hertz 
trilt 10 x in één seconde.

Een geluid met een frequentie van 25 Hertz 
trilt 25 x in één seconde.

Slide 3 - Tekstslide

Voorlezen dia

Geluidsfragment 1: 2:53
Geluidsfragment 2: 2:14

Onthou: 
langzaam = laag
snel = hoog

Plaatje uitleggen met stemvork met haak en een bakje zand

Deze trilling kan je met een oscilloscoop zichtbaar maken. Op die oscilloscoop zitten allerlei knoppen en daarmee kan je het beeldscherm instellen. Bij opdracht 12 en 14 moet je dus goed opletten op hoeveel seconden het scherm staat ingesteld. 
8.2 Toonhoogte en frequentie

Lage tonen trillen langzaam → lage frequentie

Hoge tonen trillen snel→ hoge frequentie


Het frequentiebereik van mensen in 20 - 20.000 Hz

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.3 Geluidssterkte
De geluidssterkte (het volume) geeft aan hoe hard een geluid is. 
De eenheid van geluidssterkte is decibel (dB).

Je meet de geluidssterkte met een decibelmeter.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quizje

Je hoeft je niet aan te melden bij Lesson-Up maar houdt de goede letter omhoog.

Slide 6 - Tekstslide

Wisbordjes
Mensen kunnen een
frequentie van 100Hz
A
wel horen
B
niet horen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een geluidstrilling heeft een bepaalde frequentie.
Welke eenheid gebruik je voor de frequentie?
A
dB
B
Hz
C
mm
D
m/s

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is frequentie?
A
De snelheid van het geluid
B
Het aantal trillingen dat een geluidsbron per seconde maakt
C
De weerkaatsingen van geluid

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoger de frequentie hoe ...... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de frequentie omlaag gaat, gaat de toonhoogte...
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Verandert niet

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een hoger geluid heeft een ......
frequentie dan een lager geluid.
A
hogere
B
lagere

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toon a is hoger dan toon b
A
Juist
B
Onjuist
C
Even hard

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke toon is het laagst?
Toon 1
Toon 2
A
Toon 1
B
Toon 2
C
Toonhoogte is hetezelfde
D
Dat kan je aan de hand van deze grafieken niet zeggen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Frequentie
A
A heeft een lagere frequentie, dus een hogere toon.
B
A heeft een hogere frequentie, dus een hogere toon.
C
A heeft een hogere frequentie, dus een lagere toon.
D
A heeft een lagere frequentie, dus een lagere toon.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe lang duurt 1 trilling ongeveer?
A
2,5 seconden
B
2 seconden
C
0,6 seconden
D
1,2 seconde

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoelang duurt 1 trilling?
A
0,02 s
B
0,1 s
C
0,05 s
D
0,01 s

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De geluidssterkte geef je aan met
A
decibel
B
Hertz

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met een decibelmeter meet je:
A
de hoogte van het geluid
B
de sterkte van het geluid
C
de hoogte en de sterkte van het geluid

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een hard geluid:
A
heeft een kleine amplitude
B
heeft een lage frequentie
C
heeft een hoge frequentie
D
heeft een grote amplitude

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke toon is het hardst?
Toon 1
Toon 2
A
Toon 1
B
Toon 2
C
Geluidssterkte is hetezelfde
D
Dat kan je aan de hand van deze grafieken niet zeggen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toon a is harder dan toon b
A
Juist
B
Onjuist
C
Even hard

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toon a is harder dan toon c
A
Juist
B
Onjuist
C
Even hard

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke trilling is heel hard met een lage toon
(Grote geluidsterkte, lage frequentie)
A
B
C
D

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke trilling is zacht met een lage toon
(Kleine geluidsterkte, lage frequentie)
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8.4 Geluidsoverlast verminderen

Slide 26 - Tekstslide

Klaar zetten:
Magister
Boekje
Lesson-Up
Post-its
Gitaar
Stemvork met haak en bakje zand

Boodschap bij de deur:
Ga rustig zitten, pak je chromebook en leg deze DICHT op tafel.

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen vanaf welke geluidssterkte je gehoor beschadigd kan raken als je er regelmatig of langdurig aan blootstaat.
  • Je kunt drie manieren benoemen om geluidsoverlast te verminderen.
  • Je kunt voorbeelden geven van maatregelen tegen geluidshinder bij de geluidsbron, tussen de geluidsbron en de ontvanger en bij de ontvanger.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen geluid absorberen en weerkaatsen.
  • Je kunt enkele manieren van geluidsisolatie benoemen.

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen alleen doorlezen aangeven dat we aan het eind van de les checken of ze dit ook echt kunnen.
8.4 Geluidsoverlast verminderen
De gehoordrempel is het 
moment wanneer geluid 
hard genoeg is om te horen. 

De pijngrens is het
moment wanneer geluid
pijn begint te doen aan je oren. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.4 Geluidsoverlast verminderen
Geluidsoverlast
- Hinderlijk geluid
- Schadelijk geluid: vanaf 80 dB


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.4 Geluidsoverlast verminderen
Maatregelen tegen geluidshinder
- Bij de bron
- Tussen de bron en de ontvanger
       + terugkaatsen: hard en glad
       + absorberen: zacht en bobbelig
- Bij de ontvanger

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:

Maak opdr. 1 t/m 8 van 8.4 van nova. 
Klaar? Laat dit bij je docent checken!



timer
20:00

Slide 31 - Tekstslide

Ga aan het werk met de opdrachten. Deze heb je in de les af, zo niet in je eigen tijd inhalen. Test jezelf wordt huiswerk.

Eerste 5 min zelfstandig werken, dus niet overleggen, daarna zachtjes fluisteren.
Samenvatting

Slide 32 - Tekstslide

Lees door.
Afsluiten

  1. Zet je naam op beide post-its.
  2. Schrijf op de groene post-it iets wat jij deze les goed vond gaan.
  3. Schrijf op de roze post-it een verbeterpunt voor de volgende les.
  4. Plak de post-its op het bord.

Slide 33 - Tekstslide

Leerlingen vullen post-it in en plakken op het bord. Evt. met de klas doornemen.