H 5.5 Marketing (14-5-2020/MEC1e)

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

H 5.5 Marketing (14-5-2020)

Deze les:

1. Korte herhaling vorige les

2. Huiswerk nakijken

3. Theorie over 5.5 Marketing 

4. Vragen?

5. Huiswerk voor 28-5-2020

Korte herhaling vorige les:

Dekkingsbijdrage:  afzet x (verkoopprijs - variabele kosten per product)

Break-even punt: totale opbrengst = totale kosten 

Veiligheidsmarge: verschil tussen werkelijke afzet en de break-even afzet

Let op! 

De in het boek gegeven formule van de break-even-omzet is fout!!

De formule moet zijn:

Break-even-omzet = break-even-afzet  x  verkoopprijs

Wat is de dekkingsbijdrage?

1. Afzet x (omzet - verkoopprijs)
2. Afzet x (verkoopprijs - variabele kosten)

Hoe bereken je de break-even-afzet?

1. Totale constante kosten/ (verkoopprijs-variabele kosten)
2. Totale constante kosten / totale variabele kosten

Hoe bereken je de break-even omzet?

1. Break-even-afzet x verkoopprijs
2. Totale constante kosten/ variabele kosten

Wat zegt een veiligheidsmarge?

1. Hoever de werkelijke afzet zit van de break-even-afzet
2. Hoe veilig een bedrijf is

Huiswerk - uitwerkingen

Vraag 14:  Het wordt berekend zodat een bedrijf weet wanneer het uit de kosten is. 

Vraag 15: Onder de veiligheidsmarge verstaan we het verschil tussen de werkelijke afzet en de breakevenafzet. De relatieve veiligheidsmarge is een percentage waarmee de afzet kan zakken zonder dat het bedrijf verliesgevend wordt. Deze veiligheidsmarge wordt berekend zodat een bedrijf weet hoeveel de afzet kan zakken voordat er verlies wordt geleden. 

Huiswerk - uitwerkingen 

Vraag 28 Fabriek Roest

a.  BEA = Totale constante kosten/(verkoopprijs - var.kosten)

TCK = € 245.000. VP = € 100. VK = € 30

 Dus: € 245.000 / (€ 100 -/- € 30) = € 245.000 / € 70 = 3.500 skeelers

b.  3.500 x € 100 = € 350.000 

Huiswerk - uitwerkingen 

Vraag 29  Onderneming Neele en Van der Weege

a.  KP = C / N + V / W = € 100.000 / 250 + € 150.000 / 300 = € 400 + € 500 = € 900

b.  De verkoopprijs wordt op 100% gesteld. De kostprijs is gelijk aan de verkoopprijs verminderd met de winst. Dit betekent dat de kostprijs 100% – 20% = 80% van de verkoopprijs is. De verkoopprijs is € 900 / 80 x 100 = € 1.125.

c.   € 100.000 / (€ 1.125 -/- € 500) = € 100.000 / € 625 = 160 schaatsen

d. 160 schaatsen x € 1.125 = € 180.000

Huiswerk - uitwerkingen 

Vraag 30  Onderneming Middelkoop

a.  KP = constante kosten + variabele kosten  = € 5 + € 7,50 = € 12,50

b.  De kostprijs wordt op 100% gesteld, dus opslagmethode. De verkoopprijs        is € 12,50 + (20% van € 12,50) = € 15.

c.  Totale constante kosten = 12.000 (normale productie) x € 5 = € 60.000

      € 60.000 / (€ 15 - € 7,50) = € 60.000 / € 7,50 = 8.000 rekenmachines

d. 8.000 rekenmachines x € 15 = € 120.000

Hoofdstuk 5.5 Marktaandeel 

Kort filmpje 

omzetaandeel = 

omzet in een artikel bij de ingeschakelde verkooppunten   

omzet van betreffend product bij ingeschakelde verkooppunten

x 100%

Firma Beton levert cement. De totale jaaromzet van Firma Beton bedraagt € 50 miljoen. In totaal wordt jaarlijks € 200 miljoen aan cement verkocht. Wat is het omzetaandeel van Firma Beton?

Firma Beton verkoopt cement in zakken van 25 kg per stuk. Jaarlijks verkoopt Firma Beton 12,5 miljoen zakken. In totaal worden jaarlijks 70 miljoen zakken verkocht. Wat is het afzetaandeel van Firma Beton?

Het omzetaandeel van Firma Beton bedraagt 25%.

Het afzetaandeel van Firma Beton bedraagt 17,8%.

Het is dus niet per definitie zo, dat het omzetaandeel van een firma hetzelfde is als het afzetaandeel. 

Dit komt door prijsverschillen in de markt!

Marktaandeel 

Definitie boek:

de omzet van een onderneming of bepaald artikel, uitgedrukt in een percentage van de totale omzet van alle aanbieders van dat product in de markt. 

Je kunt het marktaandeel ook uitdrukken in afzet (dus aantal). 

Marktaandeel vergroten

    

Distributiekengetallen verbeteren

Distributiekengetallen

• Distributiespreiding 
  
• Marktbereik 
• Selectie indicator
• Omzet- en afzet aandeel
• Marktaandeel                                         
• Marktpotentieel                                     

wat is distributiespreiding

Distributiespreiding

Het aantal verkooppunten van een bepaald merk, gedeeld door het totaal mogelijke aantal verkooppunten (x 100%).

Bijv. Louis Widmer Shampoo                                                               Verkooppunten shampoo's:

is verkrijgbaar bij:

Dus 2 / 35 x 100% = 5,7%

Marktbereik 

Hoeveel omzet hebben de winkels die het product verkopen in verhouding tot alle winkels?

Stel, Etos en DA hebben samen een jaaromzet van € 12 mln.

Alle shampooverkopende winkels samen hebben een omzet van € 120 mln. Dan is het marktbereik van Louis Widmer:

12/120 x 100% = 10%. 

Selectie-indicator

Voor Louis Widmer geldt:

- distributiespreiding: 5,7%

- marktbereik: 10%

Dan is de selectie-indicator: 10/5,7 = 1,8

 Oftewel: hoe groot is de verkooppunt?

Formules 

Marktbereik = distributiespreiding  x  selectie-indicator

Marktaandeel = omzetaandeel  x  marktbereik

Marktaandeel = distributiespreiding  x  selectie-indicator  x omzetaandeel  

Marktaandeel vergroten

1. Meer verkooppunten inschakelen (de distributiespreiding vergroten)

2. Meer grote verkooppunten inschakelen (de selectie-indicator vergroten)

3. De eigen omzet vergroten bij de ingeschakelde verkooppunten (het omzetaandeel vergroten)

Marktpotentieel

 Hoe groot kan de markt zijn voor een product of dienst?

Voorbeeld:                                     Marktpotentieel:

Marktpotentieel

 Formule:

Marktpotentieel = potentiële vraag + actuele vraag

Zijn er nog vragen?

Huiswerk voor 28-5-2020

Opgaven 18 t/m 26 

Opgaven 31 en 32