§6.1 De kerk valt uiteen

§6.1 De kerk valt uiteen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§6.1 De kerk valt uiteen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de hemel?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de hel?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het vagevuur?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een aflaat?

Slide 5 - Open vraag

Sleep de onderdelen naar de juiste plek in de afbeelding
Vagevuur
Hemel
Hel

Slide 6 - Sleepvraag

Maarten Luther
Maarten Luther was een Duitse monnik rond 1500
Op een dag ging hij op bedevaart naar Rome
Daar zag hij dingen van de kerk waar hij het mee oneens was
Hij kreeg veel kritiek op de kerk

Slide 7 - Tekstslide

Welke misstanden
ziet Luther?

Slide 8 - Woordweb

Wat is er volgens Luther verkeerd aan de aflaten?

Slide 9 - Open vraag

Reformatie
Luther wordt vervolgd door de paus, maar krijgt ook aanhangers
Voor- en tegenstanders krijgen grote ruzie (oorlog)
Uiteindelijk zo erg dat de kerk in tweeën scheurt 
Dit noemen we de reformatie
Letterlijk: een nieuwe vorm geven

Slide 10 - Tekstslide

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 11 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 12 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van relieken
(stukjes van heiligen)
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 13 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 14 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 16 - Quizvraag

Mensen bleven trouw aan de kerk (katholieken) en werden trouw aan Luther (protestanten). Welk kenmerk hoort bij wie? (blz. 109)
Katholiek
Protestant
Een aflaat kan je redden
Alleen de Bijbel is waarheid
Aflaten zijn onzin
De Bijbel en de paus zijn waarheid
De priester moet de Bijbel uitleggen
Iedereen moet zelf de Bijbel lezen
Heiligen moeten vereerd worden
Heiligen zijn onzin
Een kerk moet mooi versierd zijn
Een kerk moet sober zijn

Slide 17 - Sleepvraag