Als een balanspost op debetzijde balans staat, is de mutatie ook aan de debetzijde en vice versa creditzijde.
Als er een wijziging is van het eigen vermogen (niet zijnde een privé opname of storting) is dan is er ook een mutatie op de winst- en verliesrekening (volgt in paragraaf 2.3)
Er is een mutatie van het eigen vermogen als een (bruto) winst/verlies gerealiseerd wordt.
Kosten verlagen je eigen vermogen en opbrengsten verhogen je eigen vermogen.
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht 2.3 mutatie 6 jan maken
zelfstandig en stil
Klaar ga verder met opgave 2.3 mutatie 15 januari
Tip 1 kijk naar de beginbalans op blz 17 of balanspost aan debetzijde of creditzijde staat.
Tip 2 begin met de mutatie die je zeker weet
Tip 3 de balansmutatie is altijd in evenwicht
Slide 18 - Tekstslide
6 jan: Goederen op rekening verkocht voor 14.200,- en inkoopwaarde 9.400,-
Debet
Credit
Slide 19 - Tekstslide
6 jan: Goederen op rekening verkocht voor 14.200,- en inkoopwaarde 9.400,-
Debet
Credit
Voorraad
- 9.400
Eigen vermogen
+ 4.800
Debiteuren
+ 14.200
Slide 20 - Tekstslide
15 jan: Betaald per bank aan crediteuren 14.000,-
Debet
Credit
Bank
- 14.000
Crediteuren
- 14.000
Slide 21 - Tekstslide
18 jan: Per kas gekocht goederen voor 1.400
Debet
Credit
Kas
- 1.400
Voorraad
+ 1.400
Slide 22 - Tekstslide
23 jan: Ontvangen per bank van debiteuren 6.400
Debet
Credit
Rabobank
+ 6.400
Debiteuren
- 6.400
Slide 23 - Tekstslide
31 jan: Betaald per bank diverse kosten 2.200
Debet
Credit
Rabobank
- 2.200
Eigen vermogen
- 2.200
Slide 24 - Tekstslide
Opdracht 2.3b maak balans m.b.v. de beginbalans en mutaties
zelfstandig en stil
Klaar ga verder met opgave 2.3c
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Opdracht 2.3c
Maak opdracht 2.3c zelfstandig en stil
Tip 1: kijk op blz 33 theorieboek hoe je dit moet doen
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Huiswerk
lees paragraaf 2.1 en 2.2 nogmaals. Bekijk de voorbeelden van par 2.2 goed.