Leesvaardig H4 mengvormen en betrouwbaarheid

Pak je boek, blz. 38
LEESVAARDIGHEID:
  • MENGVORMEN VAN TEKSTSOORTEN (BLZ. 38)
  • TEKSTEN BEOORDELEN (BLZ. 42)
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pak je boek, blz. 38
LEESVAARDIGHEID:
  • MENGVORMEN VAN TEKSTSOORTEN (BLZ. 38)
  • TEKSTEN BEOORDELEN (BLZ. 42)

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Je kunt het doel van de schrijver aangeven, ook als het meerledig is.
Je kunt de betrouwbaarheid van bronnen beoordelen en 
je weet waarop je moet letten.

Slide 2 - Tekstslide

Mengvormen teksten
Niet elke tekst kun je benoemen als een uiteenzetting, een betoog of een beschouwing. Er bestaan ook mengvormen van tekstdoelen. Sommige teksten hebben meerdere doelen. Het gaat dan meestal om een combinatie van:
  • informeren en overtuigen;
  • overtuigen en activeren;
  • opiniëren en overtuigen;
  • activeren en opiniëren.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe bepaal je de mengvorm?
  1. Bedenk wat het belangrijkste doel is dat de schrijver heeft met de tekst: wil hij vermaken, je overtuigen of iets uitleggen?
  2. Controleer of de hoofdgedachte past bij de tekstsoort
  3. Stel vast welke elementen de schrijver nog meer gebruikt.

Bijvoorbeeld: de schrijver geeft veel informatie, maar zijn doel is overtuigen. De mengvorm is dan
betogende tekst met uiteenzettende elementen.

Slide 4 - Tekstslide

Kritisch lezen
Betrouwbaarheid van teksten
blz. 42

Slide 5 - Tekstslide

Betrouwbaarheid teksten
  • Deskundigheid auteur;
  • Datum van publicatie;
  • Actualiteit
  • Objectiviteit;
  • Taalgebruik;
  • Feiten of meningen;
  • Gebruik van bronnen.

Slide 6 - Tekstslide

Betrouwbaarheid teksten
Bij betoog letten op correctheid van de argumentatie:
  • Is het standpunt duidelijk?
  • Worden mening en argumenten voldoende onderbouwd en met feiten?
  • Worden er tegenargumenten genoemd en weerlegd?
  • Is er sprake van een redeneerfout?

Slide 7 - Tekstslide

Dekundigheid van de auteur

Slide 8 - Tekstslide

Datum van publicatie
  • Hoe ouder, hoe onbetrouwbaarder
  • Geldt ook voor onderzoek, zeker als er al een nieuwer onderzoek is.

Slide 9 - Tekstslide

Objectiviteit
  • Feiten en meningen
Voor- en nadelen
Wie is de schrijver? 
Heeft hij al een voorkeur?

Slide 10 - Tekstslide

Feiten en meningen
  • Feiten: controleerbaar
  • Meningen: opvattingen, waarderende uitspraken


  • Een betrouwbaar artikel is
       gebaseerd op feiten

Slide 11 - Tekstslide

Taalgebruik

Slide 12 - Tekstslide

Gebruik van bronnen
  • Naar welke bronnen wordt er verwezen?
  • Zijn dat betrouwbare bronnen?

Sites die niets verkopen, feiten 
bevatten en waarin informatie staat 
die je op andere websites ook ziet, 
zijn vaak wel betrouwbaar.

Slide 13 - Tekstslide

Rectificeren
Betrouwbare bronnen rectificeren bij fouten

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk

Neem NN-boek mee. 

Dinsdag 11 oktober: H3,  opdr. 1  (af)maken (blz. 38-45)

Slide 15 - Tekstslide