par.8.2 Viva Espana

Toerisme in Spanje
Par 8.2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Toerisme in Spanje
Par 8.2

Slide 1 - Tekstslide

Vooraf 
De komende weken ben je zelfstandig bezig met de leerstof.

Je moet bij het doornemen van deze les de aantekeningen die in de GELE slides staan overnemen in je aantekeningenschrift.
Als er tijdens de les een opdracht verschijnt dan maak je die. Je docent kan je voortgang bekijken.
Als je vragen hebt dan kan je die in teams stellen aan je docent.
Succes!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen par 8.2
  • Ik weet wat absolute en relatieve afstand is  en kan het verschil uitleggen
  • Ik kan de voordelen en nadelen van toerisme uitleggen 
  • Ik weet wat directe en indirecte werkgelegenheid is 
  • Ik weet wat de toeristenindustrie is en wat massatoerisme is 
  • Ik weet wat handels- en betalingsbalans is en actieve en passieve balans en wat dit betekent voor een land 
  • Ik weet wat indexcijfers zijn en ik kan daarmee rekenen 

Slide 3 - Tekstslide

Weet je het nog? Er zijn meerdere antwoorden goed
Relatieve afstand:
A
verandert nooit
B
verandert wel
C
is gemeten in tijd, geld en moeite
D
is gemeten in km in een rechte lijn (hemelsbreed)

Slide 4 - Quizvraag

Antwoorden B en D zijn goed
Had je dit goed? dan kan je de volgende video overslaan (kijken mag wel, hoeft niet)
Had je het fout? Dan kijk je de volgende video over absolute en relatieve afstand wel!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

voor- en nadelen van toerisme
Toerisme heeft voordelen en nadelen. Zo kan er bijvoorbeeld veel geld mee verdiend worden, maar kan massatoerisme heel slecht zijn voor het milieu.

In de volgende slide staat een link naar een stuk tekst dat daar meer over vertelt.
Na het lezen van de tekst beantwoord je een paar vragen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Wie waren de eerste toeristen?

Slide 9 - Open vraag

Wat kunnen grote evenementen bijdragen aan toerisme?

Slide 10 - Open vraag

In de tekst wordt verteld dat sommige culturele gebruiken die eigenlijk al niet meer voorkomen in een land speciaal voor de toeristen nog wel gedaan worden.
Als voorbeeld worden de dames met sigaar in Cuba gegeven. kan je zelf ook een voorbeeld bedenken in Nederland?

Slide 11 - Open vraag

Er wordt ook verteld over de nadelen van toerisme. een nadeel is dat een land geen geld verdient als de toeristen wegblijven.

Laten we even naar de actualiteit gaan. Hoe kan de coronacrisis invloed hebben op het toerisme en de inkomsten van een land?

Slide 12 - Open vraag

Respect
Hoe kunnen sommige toeristen zich misdragen? er zijn meerdere antwoorden goed
A
natuur vernielen
B
geen rekening houden met tradities en gebruiken
C
schade toebrengen aan hotels
D
zich misdragen

Slide 13 - Quizvraag

Par 2. Toerisme spanje. voor en na 1960
Waarom kwam toerisme in Spanje pas na 1960 op gang?

  1. Relatieve ligging verbeterde: vliegvelden, goedkope vluchten, snelweg aangelegd
  2. Investeringen Spaanse overheid kustplaatsen -> Hotels, campings en andere voorzieningen ->massatoerisme

Slide 14 - Tekstslide

Voordelen toerisme
Twee grote voordelen:
1. Geld
2. Werk

Hoe zie je in deze figuur dat er sprake is van een actieve balans?

Slide 15 - Tekstslide

Handelsbalans
De handelsbalans (of goederenbalans) geeft een overzicht van de exportwaarde en de importwaarde van goederen. Het verschil tussen de export- en importwaarde noem je het saldo van de handelsbalans.

Slide 16 - Tekstslide

Betalingsbalans
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland ( import)
en alle ontvangsten van het buitenland ( export).

Overschot op de betalingsbalans : de ontvangsten zijn groter dan de uitgaven.
Tekort: de betalingen zijn groter dan de ontvangsten

Slide 17 - Tekstslide

Reisverkeersbalansbalans
De verhouding tussen inkomsten van buitenlanse toeristen in een land en de uitgaven van toeristen uit eigen land in het buitenland

Actieve reisverkeersbalans : de ontvangsten zijn groter dan de uitgaven.
Passieve reisverkeersbalans: de betalingen zijn groter dan de ontvangsten

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Actieve balans
Inkomsten > uitgaven aan toerisme in een land.
Voorbeeld: De (buitenlandse) toeristen in Spanje geven meer geld uit in Spanje dan dat Spaanse toeristen in een ander land doen.

Toerisme draagt in Spanje 11% bij aan BNP

2 vormen van werkgelegenheid:

Welke 2?



Slide 20 - Tekstslide

Vormen van werkgelegenheid
  1. Directe werkgelegenheid -> Mensen die in hun werk direct contact hebben met de toeristen.  (hotelpersoneel, kelners, gidsen, verkopers souvenirs)
  2. Indirecte werkgelegenheid -> Mensen die niet direct voor de toeristen werken, maar die het mogelijk maken dat de toeristen komen. (Bouwvakkers, reclame bureau,)

Slide 21 - Tekstslide

Nadelen toerisme
  1. verstening-> steeds meer gebouwen en wegen, zodat er steefs minder groen is
  2. irrigatie -> Er is steeds meer water nodig
  3. afval -> Toeristen maken rommel.



Slide 22 - Tekstslide

handelsbalans
De handelsbalans (of goederenbalans) geeft een overzicht van de exportwaarde en de importwaarde van goederen. Het verschil tussen de export- en importwaarde noem je het saldo van de handelsbalans.

Slide 23 - Tekstslide

Indexcijfers
Indexcijfers worden gebruikt om groei of krimp in aantallen ( in dit geval toeristen) weer te geven ten opzichte van een basisjaar.
Stel dat je wil weten of er meer of minder toeristen komen in vergelijking met andere jaren, dan kan je daarvoor indexcijfers gebruiken.

Het eerste jaar is altijd het basisjaar. Dat is 100.
Om de index te berekenen is er een formule. Deze formule gebruik je als je wil vergelijken met het basisjaar.

indexcijfer = aantal toeristen in een periode 
                             aantal toeristen in basisjaar 

Volg de link voor meer uitleg.  https://www.youtube.com/watch?v=1f9ndFA2d6o
In deze video wordt met geld gerekend, maar da tkan natuurlijk ook met andere getallen.

x 100

Slide 24 - Tekstslide

Indexcijfers (2)
Als je het indexcijfer van een ander jaar wil vergelijken kan dat ook, dan moet je een iets andere berekening doen. Die berekening zie je hiernaast.

Wij doen dat nog even niet.

Slide 25 - Tekstslide

Je hebt nu alle uitleg bekeken
Ga aan de slag met de weektaak.
De weektaak staat in magister bij het huiswerk van de eerste les van de week en in de studiewijzer.
Je moet waarschijnlijk opnieuw inloggen in de geo online, hoe je dat doet staat in de studiewijzer in de elo.

Dus: 
ga naar magister->elo->studiewijzer->aardrijkskunde en kijk daar de uitleg over inloggen en zoek daar je klascode op.

Slide 26 - Tekstslide