Groente les 1 gastheer/vrouw

Groente gastheer/vrouw 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WarenkennisMBO

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Groente gastheer/vrouw 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:20
Wat voegt groenten allemaal toe aan een gerecht?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

00:30
Waarom kan je de meeste groenten tegenwoordig bijna het hele jaar kopen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:12
Groenten word ook steeds meer als zelfstandig gerecht geserveerd. Voor welke doelgroep zou hier veel gebruik van maken?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:54
Welk voedingstof komt er zo goed als niet voor in groenten?
A
mineralen
B
vet
C
vitamines
D
eiwitten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Groenten in de Horeca 
  • Gezondheid/ voedingswaarde
  • Culinaire Veelzijdigheid
  • Seizoensgebonden en Lokale Ingrediënten
  • Duurzaamheid
  • Kostenefficiëntie
  • Verbinder van elementen
  • Ondersteunt andere producten


Slide 7 - Tekstslide

Groenten spelen een cruciale rol in de horeca vanwege hun veelzijdigheid, voedingswaarde en bijdrage aan duurzaamheid. 
 
waarom groenten belangrijk zijn:
  • Gezondheid en Voedingswaarde: Groenten zijn rijk aan vitamines, mineralen, vezels en antioxidanten. Ze dragen bij aan een gezond dieet en kunnen helpen bij het voorkomen van chronische ziekten zoals hartziekten, diabetes en obesitas.
  • Culinaire Veelzijdigheid: Groenten kunnen op verschillende manieren worden bereid en geserveerd, zoals rauw, gekookt, gestoomd, geroosterd of gegrild. Ze kunnen dienen als hoofdgerecht, bijgerecht, of als onderdeel van een salade, soep of stoofpot.
  • Seizoensgebonden en Lokale Ingrediënten: Het gebruik van seizoensgebonden en lokaal geteelde groenten kan de smaak en kwaliteit van gerechten verbeteren. Het ondersteunt ook lokale boeren en vermindert de ecologische voetafdruk door kortere transportafstanden.
  • Duurzaamheid: Groenten hebben over het algemeen een lagere ecologische voetafdruk dan dierlijke producten. Door meer groenten te gebruiken, kan de horeca bijdragen aan een duurzamere voedselketen en milieuvriendelijkere menu-opties aanbieden.
  • Kostenefficiëntie: Groenten zijn vaak goedkoper dan vlees en vis, waardoor ze een kosteneffectieve optie zijn voor restaurants. Dit kan helpen om de kosten te beheersen en tegelijkertijd gezonde en smakelijke gerechten aan te bieden.

Soorten Groenten
  • vruchtgroenten
  • bladgroenten
  • knollen en wortelen
  • kolen
  • stengelgroenten
  • ui-gewassen
  • peulvruchten
  • kiemgroenten en cressen
  • zeewieren

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vruchtgroenten
  • Tomaat
  • Komkommer
  • Courgette
  • Aubergine
  • Paprika/Peper
  • Pompoen 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bladgroenten
Bij deze groente eten we vooral de bladeren (en stelen). 
Naast vele sla-soorten ook:

Andijvie, wit- en roodlof, snijbiet, spinazie 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slasoorten
ijsbergsla, jonge snijbiet, botersla of kropsla, krulsla, radicchio, rucola, veldsla, waterkers en eikenbladsla.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Knollen & Wortelen
Knolgroenten hebben een ronde verdikking in de wortel. Wortelgroenten hebben een penvorm. Alle knollen en wortelen groeien onder de grond. 

LET OP: Knoflook en ui horen er niet bij! 




Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kolen 
Je kunt kolen onderverdelen in bladkolen, bloemige kolen, kropkolen en spruitkolen
De meeste kolen zijn groen, wit of gelig van kleur. Een uitzondering is de rode kool.
Kolen kan je goed bewaren = een echte winter groente.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stengelgroenten
Van deze groenten eten we de stengels. Hoe ouder de plant hoe minder lekker (door vezels).

Asperge, bleekselderij, rabarber, bamboescheuten, zeekraal, citroengras en hopscheuten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ui Gewassen
De bol is een eigenlijk een ophoping van bladeren, waar het gewas zijn voeding opslaat. De tulp is een voorbeeld van een bolgewas die geteeld wordt voor de sier.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 hoofd soorten
  • uien
  • prei
  • knoflook  

Vele soorten uien en knoflook. Op vele manieren te gebruiken.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peulvruchten
Peulvruchten zijn zaden met een omhulsel die 
groeien aan een struik.
  • verse peulvruchten
  • gedroogde peulvruchten
  • sojaproducten

en de koffieboon? 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeewieren 
Zeewieren zijn eigenlijk macroalgen, maar worden ook wel als de bomen van de zee gezien.

Bruinwieren, groenwieren, roodwieren en blauwwieren.
Blauwwier is een bacterie en vaak niet eetbaar.  Rest van alle wieren zijn eetbaar 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsopdracht

Elke groep krijgt een specifieke groep groenten 

Onderzoek: Elke groep onderzoekt hun toegewezen groep groenten 
Dit doe je aan de hand van het opdrachtenblad

Volgende les:
Elke groep  presenteert aan de hand van powerpoint/ poster/ sway ect. het onderzoek


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

De student kent het verschil tussen groentesoorten, weet welke bereidingswijzen gangbaar zijn en hoe je gasten adviseert bij de keuze van groenten.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week

  • Presenteren onderzoek aan de hand van powerpoint/ poster/ sway ect
  • Proeverij groente sappen 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies