De onderbouw onderbouwt. Les 3 (hoe ziet een betoog eruit?)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

De onderbouw onderbouwt (les 3)

Planning

• Keuzemodules / nakijken
• Voorkennis vorige week herhalen (standpunt/argument/tegenargument)
• Opdracht 4.2B opdracht 4 en 5
• Uitleg feitelijke en subjectieve argumenten
• Opdrachten voorbereiding betoog
• Afsluiten

Keuzemodules

Wat is een standpunt?

Wat is een argument?

Wat is een tegenargument?

Opdracht 4 en 5

• Wat?
  - B 'de kunst afkijken' -> 4 en 5
• Hoe?
  - Zelfstandig, op Learnbeat
• Vragen?
  - Fluisteren met je groepje of vinger opsteken
• Klaar? 
  - Alvast naar 'voorbereiden op betoog' of lezen in je leesboek

Standpunt: "Leerlingen moeten de vrijheid hebben om oortjes in te doen tijdens een maatwerkuur."
Geef een subjectief argument.

Standpunt: "Leerlingen moeten de vrijheid hebben om oortjes in te doen tijdens een maatwerkuur."
Geef een feitelijk argument.

Standpunt: "Katten zijn beter dan honden."
Geef een subjectief argument.

Standpunt: "Katten zijn beter dan honden."
Geef een feitelijk argument.

Geef een subjectief argument.

Geef een feitelijk argument.

Voorbereiding betoog

• Wat?
  - C, opdracht 1
• Hoe?
  - Zelfstandig, op Learnbeat
• Vragen?
  - Fluisteren met je groepje of vinger opsteken
• Klaar? 
  - Alvast naar opdracht 2 of lezen in je leesboek

Afsluiten

• Huiswerk (advies):
  - Onderdeel C, heel opdracht 1
• Denk aan de keuzemodules
• Fijne dag verder!