Adjectief -e

Adjectief -e
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Adjectief -e

Slide 1 - Tekstslide

Adjectief -e

Slide 2 - Tekstslide

Ik woon in een ___ straat.

Slide 3 - Open vraag

Mijn opa is ___.

Slide 4 - Open vraag

Hij heeft een ___ tuin bij zijn huis.

Slide 5 - Open vraag

Ze is vandaag ___.

Slide 6 - Open vraag

Het kleed is ___ en van wol.

Slide 7 - Open vraag

De spiegel kost €5. Ik vind dat ___.

Slide 8 - Open vraag

Wij kopen ___ stoelen.

Slide 9 - Open vraag

De cursisten leren ___ grammatica.

Slide 10 - Open vraag

De toets is ___.

Slide 11 - Open vraag

Ik verkoop mijn ___ fiets.

Slide 12 - Open vraag

Extra zinnen
Het ... overhemd hangt in de kast (wit/witte)
Deze straat is erg ... in de ochtend (druk/drukke)
Ik drink graag ... thee (groen/groene)
De markt in Rotterdam is ... (groot/grote)
Er is in de herfst een ... vakantie (kort/korte)
Ik heb een goed ... tandarts (goed/goede)
Wij hebben een ... kat (grijs/grijze)
Er zijn vijf ... eilanden (klein/kleine)

Slide 13 - Tekstslide