1. De tekst gaat over eten, vegetarisch koken.
2. Tekstdoel = activeren of informeren.
3. Ze is kok en ze geeft kooklessen, bv bij het vmbo of mbo.
4. Ze schrok even van de vraag maar wil met de leerlingen onderzoeken hoevaak kinderen poepen in een week.
5. Uitgaande van 15 miljoen inwoners die elke dag vlees eten
6. Het is een informerende tekst, omdat er feiten in de tekst staan.
7. Het kan ook een activerende tekst zijn, omdat de titel in de gebiedende wijs staan en mensen iets moeten doen.