Woorden 3.5+ herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

1

WELKOM!

2

Schrift

  Laptop

Leg op tafel:

Log in: 

3.5

Introductie

Weet jij wat glunderen betekent?

Weet jij een synomiem hiervoor?

Weet jij een tegenstelling?

Kun  jij hier ook een zin mee maken?

Woorden 3.5 blz. 220

Doel: 

• je weet wat een tegenstelling is en kunt ook zelf tegenstellingen maken
• je leert nieuwe woorden

Bedenk een tegenstelling
(arm-rijk)

Tegenstelling

warm-koud

• Soms heeft woord meerdere betekenissen: licht-donker                                                                                                                                     licht-zwaar
• Voorvoegsels-achtervoegsel> kunnen woorden een tegenstelling geven: opvallend - onopvallend

                               liefde- liefdeloos

Voorvoegsels: On-anti = niet-tegen

achtervoegsel: loos= zonder

Opdrachten 3.5

Samen 3 en 4

Maak de instapoefening: 

Daarna gaan we Quizzen!

Welkom!

1

WELKOM!

2

Schrift

  Laptop

Leg op tafel:

Log in: 

Woorden 3.5

Evaluatie

Wat is de tegenstelling van:

dag-

spannend-

langzaam-

dichterbij

Opdrachten 3.5

Samen 3 en 4

Maak de instapoefening: 

Daarna gaan we Quizzen!

quizlet.com

Welkom!

1

WELKOM!

2

Schrift

  Laptop

Leg op tafel:

Log in: 

herhaling

zinsdelen( pv-ow)

Zinsdelen 

1. onderstreep de PV (maak zin in een andere tijd, of getalproef)
2. verdeel de zin in zinsdelen
3. zoek het WWgezegde (= alle werkwoorden in de zin)
4. zoek het OW ( wie of wat + WWG?)
   

Wat is de pv in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.

Wat is de pv in de zin:
Hoeveel beltegoed heb jij gekregen?

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.

1. juist
2. onjuist

Zinsdeelproef

vandaag

PV           tijd, getalproef

OW         Wie of wat + wg

LV            Wie of wat + OW ( wat wordt er +WW)

koop

ik

een cadeau

OW

LV

PV

WWG

Klaartje heeft de bos bloemen aan oma gegeven.

Klaartje heeft de bos bloemen aan oma gegeven.

Klaartje heeft de bos bloemen aan oma gegeven.

Klaartje heeft de bos bloemen aan oma gegeven.

Aan de horizon onderschei ... hij duidelijk twee boortorens. (onderscheiden)

1. d
2. t
3. dt
4. dd

Toen (rijden) de chauffeur erg hard

Vandaag (worden) jij opgehaald.

1. Mijn vader leesde de krant.
2.  Als ik naar huis ga fiets hij met me mee.      
3. Het HVC is leuker als het FIO.              
4. Hij fluitte gisteren erg hard. 
5.  Vindt jij het hier ook gezellig?                
6. Tegenstelling van nauw? 
7.  Tegenstelling van glunderen 
8. Splitsbare werkwoorden?                 
9.  Hij heeft een goed rapport gekregen. LV=…......................... 
10.   Vorig jaar koste de computer minder geld. 
11.  Hij heeft een goed rapport gekregen. WWG=…........................                 
12.    In een kernzin staan altijd de bijzaken ja of nee?                  

Hulpmiddel: schrift

verbeter-antwoord-, aanvullen

Spel

QUIZIZZ

klik op de volgende dia op; JOIN MY QUIZ

https: